Op de Nationale Proeftuin voor Witloof in Herent zijn nieuwe proefresultaten bekendgemaakt van commercieel beschikbare witlofrassen. Ze volgen uit de samenwerking tussen de onderzoekcentra voor witlof in België en Frankrijk.
De rasseninformatie in deze jaarlijkse uitgave (de 31ste) is gebaseerd op de onderzoeksresultaten met wortels van 4 herkomsten, onder begeleiding van de provinciale proeftuin in Herent, onderzoekcentrum Inagro in Rumbeke-Beitem en de Association des Producteurs des Endives de France (APEF) in Arras.
Naast informatie over de onderzochte rassen worden in het overzicht de kenmerken vermeld van enkele rassen, waarvoor (nog) geen onderzoeksresultaten beschikbaar zijn.
Bekijk het overzicht onderaan het artikel.
Lees verder onder de foto
Laurine potentie om hoofdras te worden
Op de bijeenkomst waren verder de trekresultaten te zien van winterrassen met wortels van de 4 internationale herkomsten. De internationale trekproef was met H3235 (Vilmorin), de referentierassen Platine (Vilmorin) en Hermès (Hoquet) plus enkele rassen onder nummer (herkomst Rijk Zwaan).
Sterke punten H3235
Volgens onderzoeker Jonas De Win heeft H3235 de potentie om een hoofdras te worden. Sterke punten zijn de hoge productiviteit met een mooie uitwendige kwaliteit: de kroppen zijn mooi gesloten met een puntige vorm. De roodverkleuring is goed tot gemiddeld. Het percentage pitafwijkingen kwam uit op 17,5, dat is lager dan bij Platine (18,3%) en bij Hermès (27,5%). De genoemde afwijkingen bij Laurine komen met name voor met dikke wortels, aldus De Win, bij de wortelproductie kan daarom het beste aangestuurd worden op een wat fijnere maat. Tijdens de trek moet gekozen worden voor gematigde groeicondities. De forceerperiode voor H3235 is half januari tot oktober.