De aardbeiplanten staan bij teler Wim Notermans in de vollegrond in tunnels.
Wim Notermans in Noorbeek (L.) is sinds half juni ‘goed aan het plukken’ in het ras FF1604, in 2 oogstrondes per week. Hij deed zijn ervaringen met deze doordrager al op toen het ras nog in het proefstadium verkeerde.
De planten staan in de vollegrond in tunnels. “Het is voor mij de beste doordrager die er is: qua smaak, qua kilo’s en qua slijtagebestendigheid.”, aldus Notermans. “Deze planten gaan langer mee dan andere doordragers. Vorig jaar op de Aardbeiendag kwam FF 1604 ook nog als lekkerst smakend bovendrijven.”
Uittrekken en opnieuw planten
Het zijn frigo’s die begin april zijn geplant, met zwarte folie op de grond. Twee weken geleden (week 33) zijn er tunnels overheen gezet. Het ras FF 1604 staat ook in tunnels die de eerste helft van dit jaar werden gebruikt voor de teelt van de rassen Rumba, Florence en Allegro. Deze planten waren rond 10 juni aan hun eind.
Notermans: “Die planten heb ik uit de grond getrokken, rond half juni zijn er de nieuwe planten ingezet. Die staan nu mooi in bloei, daar begin ik van te plukken. Vorig jaar kon ik daarmee tot half november doorgaan.”
Hetzelfde plantgat wordt voor wel 7 tot 8 teelten gebruikt, de groei doet al die keren in het geheel niet onder voor de weggroei in verse grond. “Delphy heeft onze grond vorig jaar onderzocht op de mineraalhuishouding, die was vergelijkbaar met verse grond.”
Goed voor bodemkwaliteit
Een voordeel van Notermans’ aanpak is dat de folie en de druppelslangen blijven liggen. Bovendien blijven de tunnelbogen staan, dat scheelt in de benodigde hoeveelheid werk. Notermans gaf eerder al aan dat met deze aanpak voor zijn halve hectare tunnels de kosten zo’n € 5.000 per teelt lager uitvallen.
“Het scheelt ook in de milieubelasting en daarnaast komt het de bodemkwaliteit ten goede: er wordt nooit gereden met zware trekkers, de gewasbescherming gaat met een rugvernevelaar.”
Bemesting met middelen PHC
Bij de bemesting werkt Notermans met middelen van PHC. Om te beginnen gaat er in elk plantgat 50 gram Biovin. “Dat moet je met de hand doen, dat kan niet anders.” Voor de bemesting wordt Fulvic 25 en het NPK-bevattende OPF 7.2.3. gebruikt.
“Bij het begin van de pluk doseer ik nogmaals OPF. Dit bevalt erg goed, ik doe dit al 10 jaar zo. Voorheen zag je weleens dat de groei van doordragers ineens stilviel – met colletotrichem tot gevolg – maar dat komt absoluut niet meer voor.”
Geen meeldauw
De Suzuki-fruitvlieg moet wel bestreden worden. Dat gebeurt wekelijks met het biologische middel Herfosec (Pireco). Daarnaast wordt het middel Folisec met de druppelslang meegedruppeld. Schimmelbestrijding gaat via 14-daagse bespuitingen. “FF 1604 is wat meeldauwgevoelig, maar ik denk niet dat ik dit jaar nog meeldauw ga vinden”, aldus Notermans.
Licht-werend doek
Notermans heeft nóg een proef lopen met het ras Florence. In een tunnel knipte hij eind juni de planten met een schaartje af. Vervolgens werden de planten elke namiddag om 5 uur afgedekt met lichtwerend doek om zo de bloemaanleg te prikkelen.
“Die planten staan goed in bloei. Er gaat nu folie over de tunnelbogen, zodat we over 3 weken (medio week 37) kunnen gaan plukken. Florence leent zich goed voor deze aanpak.”
Auteur: Joost Stallen