Voorzitter Jeroen Dijsselbloem van de Onderzoeksraad voor Veiligheid volgde in mei Tjibbe Joustra op. Het eerste rapport onder zijn verantwoordelijkheid gaat over voedselveiligheid. Dijsselbloem is geschrokken van de bevindingen.
Aan het begin van deze eeuw was er een zekere alertheid op nieuwe voedselcrises. Consumenten werden opgeschrikt door het kankerverwekkende dioxine in kippen, de voor mensen gevaarlijke BSE bij koeien; er was mond- en klauwzeer geweest en varkenspest. Iedereen binnen en buiten de landbouw stond op scherp.
“Die alertheid van toen is weggezakt”, constateert Jeroen Dijsselbloem, voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. De onderzoeksraad publiceerde donderdag 20 juni het rapport Opkomende voedselveilgheidsrisico’s.
Dijsselbloem was zelf ambtenaar op het departement van Landbouw toen verschillende crises plaatsvonden aan het eind van de vorige eeuw. Nu brengt hij een rapport uit over risico’s die tot soortgelijke crises kunnen leiden. Zijn conclusie: Nederland heeft een kwetsbaar voedselveiligheidssysteem. Overheid en bedrijfsleven zijn niet alert genoeg en het ontbreekt aan een goede structuur om signalen over opkomende voedselveiligheidsrisico’s op te pakken en te beoordelen.
Bent u geschrokken of dacht u: dit ken ik al vanuit de tijd dat ik bij LNV zat?
“Op beide vragen is het antwoord ja. Toen ik bij het ministerie werkte, was er door de crises een alertheid op dit type nieuwe risico’s. Maar we moeten vaststellen dat dat weer is weggezakt. De laatste jaren hebben we allerlei nieuwe voorbeelden gehad: salmonella in zalm, e-coli in kiemgroente, hepatitis E. Allemaal nieuwe en opkomende risico’s die veel te lang zijn blijven liggen. Onze vaststelling is dat er geen goede antennefunctie is om heel snel zo’n opkomend risico te onderkennen, op waarde te schatten en voorstellen te ontwikkelen hoe het aan te pakken. Dat blijft gewoon liggen tussen alle instanties.”
Er is te weinig zicht op opkomende risico’s voor voedselveiligheid waardoor Nederland te vaak verrast wordt: salmonella in gerookte zalm, een gevaarlijk E-coli bacterie in kiemgroenten, Hepatitis E in varkensvlees. Er moet veel sneller worden opgetreden. https://t.co/nlzWPCk6jW…
— Jeroen Dijsselbloem (@J_Dijsselbloem) 20 juni 2019
Zijn de signalen er niet of verwerken we ze niet?
“Ze zijn er wel. Die signalen worden vaak doorgegeven. Bij fipronil hebben we gezien dat 1 signaal 9 keer werd doorgegeven voordat het ergens terechtkwam. Het gaat ons erom dat die signalen ergens bij elkaar komen.”
Dat kan niet bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit?
“De NVWA is dagelijks bezig met toezicht in de keten en op bedrijven. Daar dreigt een nieuw opkomend risico onder te sneeuwen onder de dagelijkse uitvoeringspraktijk. De focus ligt op bekende risico’s, ook in het bedrijfsleven. Dat is terecht en begrijpelijk. Een nieuw signaal wordt onvoldoende op waarde geschat. Pas als het echt een groot zichtbaar probleem is, als mensen ziek worden of als zaken in de media komen, wordt dat opkomende risico op volle waarde geschat. Er is geen alertheid, het duurt te lang, er zijn geen normen en er worden niet tijdig maatregelen genomen. Het gaat ons ook om het beoordelen en het wegen van het risico. Daar ligt een rol voor de minister. Soms moet je bedrijven stilleggen of producten uit de handel nemen. Dat vergt dat de minister die afweging echt naar zich toetrekt. Je kunt het niet aan onderzoekers overlaten om die afweging te maken. Daar zit echt een politieke weging aan.”
In het algemeen kun je zeggen dat ons voedsel veilig is
Laat de politiek het nu afweten?
“Beleid en politiek hebben het in goed vertrouwen uitbesteed aan NVWA en wetenschappers. Die moeten het maar bekijken en beoordelen. Dat kan goed gaan. Maar je wilt eigenlijk dat structureel signalen bij elkaar worden gebracht, onderzocht en op waarde geschat en dat daarover publiekelijk wordt gerapporteerd aan de minister en naar de inspectie. De minister kan vervolgens, als dat nodig is, ingrijpen. Het is nu te veel op afstand gekomen van de minister. De minister kan dit niet uitbesteden aan wetenschappers. het moet politiek worden gewogen; maatregelen moeten proportioneel zijn.”
Hebben we ons in slaap laten sussen door het feit dat ons voedsel nooit zo veilig is geweest als nu?
“In het algemeen kun je zeggen dat ons voedsel veilig is. Maar het systeem maakt ons zeer kwetsbaar voor opeens opkomende nieuwe bedreigingen. RIVM schat dat in 2017 240 mensen zijn overleden, direct of indirect gerelateerd aan voedselverontreinigingen. Dat zijn geen kleine aantallen. Soms trekt het de aandacht, zoals bij Q-koorts. Maar vaak hebben we het ook niet scherp hoe groot die aantallen eigenlijk zijn.”
Daar worden duizenden mensen ziek van, tot en met ernstige leverontstekingen
Zien we de risico’s niet aankomen?
“Signalen zijn er wel. Maar als het om nieuwe dingen gaat, blijven ze te lang liggen, omdat we ze niet op waarde schatten. Daarom zeggen wij: creëer die onafhankelijke zelfstandige eenheid, waar juist dat soort signalen op waarde wordt geschat. Als het een groot risico is, moet de minister in actie komen.”
Hoe zorg je ervoor dat de signalen bij zo’n eenheid terechtkomen?
“Dat is een kwestie van organisatie. Nu zitten instellingen er soms mee in hun maag. Als de signalen naar zo’n nieuwe zelfstandige eenheid gaan, komt er een risico-inschatting waar de minister, NVWA en ook het bedrijfsleven iets mee kunnen.”
Zijn er voorbeelden van wel ontvangen signalen die niet werden opgepikt?
“Een actueel voorbeeld is Hepatitis E in varkensvlees. Dat is in relatief korte tijd in heel Europa een groot en structureel probleem geworden.”
Hoe zo actueel? Hierover werd meer dan 10 jaar geleden al geschreven in de vakpers?
“Helaas is het nog steeds zeer actueel. Wij laten zien hoe snel zich dat heeft ontwikkeld. Het aantal besmettingen was 300, het laatste jaar 200. Laten we hopen dat die dalende trend zich voortzet. Desondanks is het in heel Europa een blijvend fenomeen. Het is niet iets wat is opgekomen, wat is bestreden en verdwenen. Nee, het is opgekomen en het heeft zich door de hele veestapel verspreid en lijkt zich nu blijvend te hebben genesteld, dus dat is een blijvend risico geworden in varkensvlees. Daar worden duizenden mensen ziek van, tot en met ernstige leverontstekingen. Er moet een snellere alertheid komen op dit soort fenomenen en een goede risico-inschatting. De minister moet de regie nemen.”