Den Haag heeft genoeg hippe projecten, maar samenwerking met de praktijk is nodig om problemen op te lossen, zegt André Hoogendijk.
Deze zomer werd bekend dat het Zilt Proefbedrijf op Texel failliet is. Vorig jaar ging Urban Farmers in Den Haag failliet. In de loop van dit jaar drong het tot steeds meer mensen door dat akkerranden vaak nutteloos zijn vanuit het oogpunt van biodiversiteit. Ik zie een patroon.
Het ministerie van LNV verklaart een initiatief tot een fantastische oplossing en stopt er een beetje geld in. Ambtenaren buitelen over elkaar heen om de agrarische sector ervan te doordringen dat ze de enige echte oplossing hebben gevonden. Na een paar jaar sterft het initiatief een stille dood en hoor je er niemand meer over. Haagse hobby’s noemen we dat.
Ik heb het de afgelopen jaren aan den lijve ondervonden. Bij gesprekken over verzilting was er steevast een ambtenaar die vertelde over een excursie naar het Zilt Proefbedrijf in Texel. “We kunnen gewassen toch resistent maken tegen zout? Wat is het nou het probleem?”
En dan de teleurstelling van de akkerranden; even bloemetjes zaaien en de biodiversiteit is weer op orde…
Ondertussen kampeerde het ministerie van LNV zo ongeveer in de flat in Den Haag waar Urban Farmers zich had gevestigd. Door er bijeenkomsten te organiseren, kon het ministerie deze jonge ondernemers financieel op weg helpen en de agrarische sector de enige weg naar volmaaktheid laten zien. Zo van: zie je wel, je kunt gewoon tomaten telen in de binnenstad van Den Haag. Waar hebben we die kassen eigenlijk voor nodig?
Teleurstelling akkerranden
Dan is er nog de teleurstelling van de akkerranden. Even bloemetjes zaaien en de biodiversiteit is weer op orde. Met graagte en veel subsidies werden mooie uitheemse bloemenmengsels geïmporteerd en langs de Nederlandse akkers gezaaid.
Is men in Den Haag zo dom of zijn de boeren zo slim
Deze carnavalsmengels zien er leuk uit voor de buren en soms komt er zelfs een verdwaalde honingbij op af. De inheemse bijen, vlinders en andere insecten blijken er echter weinig aan te hebben. Ook levert het bloeiende onkruid geen bijdrage aan nuttige insecten voor natuurlijke gewasbescherming.
Ondertussen is men op het ministerie van LNV wanhopig: waarom zaaien alle boeren niet zo’n mengsel langs hun akkers? Is dat al te veel gevraagd om de aarde te redden?
Grootste bedreiging
Wat gaat hier toch steeds mis? Is men in Den Haag zo dom of zijn de boeren zo slim? Wat eigenlijk heel treurig is, is dat de genoemde initiatieven op zich goed passen bij de maatschappelijke opgaven van de agrarische sector. Verzilting is misschien wel de grootste bedreiging voor de Nederlandse landbouw.
Er zit een waardevolle kern in alle initiatieven, maar toch gaat het steeds mis
De snelle groei van grote steden in de wereld biedt ondertussen kansen voor de tuinbouw. We kunnen als sector zeker een belangrijke bijdrage leveren aan de biodiversiteit met onze honderdduizenden hectares in het Nederlandse cultuurlandschap. Er zit een waardevolle kern in al deze initiatieven, maar toch gaat het steeds mis.
Financiering via de topsector
De overheid duwt bootjes met ideeën van de kant af met financiering via de topsector. Daar komen alleen nieuwe ideeën in hippe bootjes voor in aanmerking. Na maximaal 4 jaar is de brandstof op.
Ondertussen drijft de topsector op privaat geld dat op zoek is naar een verdienmodel. Onderwerpen met vooral een maatschappelijke waarde vallen buiten de boot. Daarnaast is er via de topsectoren wel geld voor kennisontwikkeling, maar is nul euro beschikbaar voor kennisoverdracht.
De overheid is een smokkelaar van projecten die gelukszoekers met goede ideeën de ruwe zee opjaagt
Zwemles voor de Nederlandse boer en tuinder zit niet in het pakket. De bootjes met ideeën zinken vervolgens midden op zee of stranden in het zicht van de haven. De overheid gedraagt zich als een smokkelaar van projecten die gelukszoekers met goede ideeën de ruwe zee opjaagt.
Het is heel menselijk om achter hippe nieuwigheden aan te lopen. Het zij ambtenaren ook vergeven dat ze soms het overzicht verliezen en een project aanzien voor de oplossing voor een hele sector.
Als een bewindspersoon ergens een lintje kan doorknippen dan is het probleem opgelost…
Wat we de overheid wel kwalijk kunnen nemen, is het gemak waarmee ze een idee over de schutting van de sector kiepert en er vervolgens niet meer naar omkijkt. Als het in de beleidsnota staat dan is het waar. En als een bewindspersoon ergens een lintje kan doorknippen dan is het probleem opgelost. Echter, vaak begint de reis dan pas.
Laat sector en overheid samen een schip bouwen en werk maken van de broodnodige innovatie. Met westenwind kun je in Den Haag de zee al ruiken. Ook de sector gaat graag het avontuur aan, aar met één afspraak: hobby’s laten we thuis.