‘Een leuk bloemkooljaar geweest’

Het risico vindt Bakker simpelweg te groot. “We hebben weleens overwogen ergens anders met winterbloemkool aan de slag te gaan, maar dat is niet meer aan de orde sinds we ook tulpen broeien”. Ander winterwerk naast deze tulpenbroeierij is het afleverklaar maken van groene kool (savooiekool). Bakker heeft de groente beschikbaar van half juli tot half maart. Normaal is het gewas vanaf Kerstmis van het veld af, en komt de kool uitsluitend nog uit de vriescel. Het product wordt hier na bevochtiging net onder nul graden in kuubskisten bewaard.

Bakker teelt naast bloemkool ook, onder andere, groene kool. Normaal komt het gewas vanaf kerst tot maart uit de vriescel, dit jaar wordt ook nog af veld uitgeleverd. – Foto: Lex Salverda

Laag koolgewicht

Dit seizoen verloopt de groene koolteelt iets anders, want deze keer komt een deel van het product nog tot de derde week van januari rechtstreeks van het veld. Dit betreft een planting van begin juli. Reden voor de verlengde groeiduur is het achterblijvende stuksgewicht. Normaliter bedraagt die 1 kilo in de sortering 8 stuks in een bak. Dat wordt deze keer niet gehaald. “Ook nu is het gewicht nog niet wat het moet zijn”, aldus Bakker rond 10 januari. “Dat hoor je dit jaar wel vaker, vooral met sluitkool. Het heeft waarschijnlijk met de weersomstandigheden in de zomer te maken. Het daaropvolgende langdurig groeizame herfstweer heeft die achterstand niet goed kunnen maken.” Mocht het gaan vriezen voordat de laatste kool van het land af is, dan is dat niet direct een probleem. “Groene kool kan wel wat vorst hebben.”

Goed seizoen

De laatste bloemkool kon rond Kerstmis nog geoogst worden, maar dat is door omstandigheden toch niet meer gebeurd. “De prijs was te ondermaats en er was te veel werk aan de tulpen. We hebben het gewas gefreesd.” Terugblikkend omschrijft Bakker het afgelopen jaar als “leuk voor ons geweest, ondanks de extra beregeningskosten in de zomer (op de top met 3 haspels tegelijk) en de extra bespuitingen die in de herfst nodig waren om het gewas gezond te houden.”

Niet meer ploegen

Na de teelt wordt er niet geploegd, een ploeg is op het bedrijf ook niet te vinden. Percelen die tijdig genoeg leeg zijn, worden ingezaaid met een groenbemester. Waar zo’n gewas niet meer kan, wordt de grond alleen bewerkt met een schijveneg. “Alleen om de gewasresten wat kapot te maken, de grondstructuur moet intact blijven.” In het voorjaar volgt een bewerking met een pennenfrees, direct daarna kan geplant worden. Gewasresten vormen bij dat plantwerk geen belemmering. “Daar heb je geen last van. Het overblijvende materiaal is niet zo taai als van een gewas als bijvoorbeeld spruitkool.”

Gaatjes en kanaaltjes

Op het veld waarop in het voorjaar het eerst wordt geplant, blijft de grondbewerking helemaal beperkt tot een minimum. In het najaar gebeurt er niets, alleen in het voorjaar volgt een bewerking met een pennenfrees. “Na de oogst blijven alle wortels ongestoord in de grond achter. Door de daardoor gevormde gaatjes en kanaaltjes, kan overtollig water vlot weg. Als je door zo’n veld een pad zou frezen – ook als die bewerking maar enkele centimeters diep zou zijn – dan vind je dat bijna altijd terug.”

Niet de vroegste

De vroegste bloemkool gaat vanaf de tweede week van maart de grond in. “We hoeven niet heel vroeg aan de markt te zijn. Zo’n vroege teelt is relatief moeilijk, en je moet er goed oogstpersoneel voor hebben. Bovendien is de afzet niet altijd even makkelijk. Ons alternatief is de teelt van pioenen, daarmee beginnen we het seizoen.”

Jaarrond arbeidsfilm

De personeelsvoorziening is overigens geen probleem. “We hebben ook nogal wat Nederlandse jongens in dienst. Die zijn er jaarrond bij. We hebben nog wat andere gewassen, alles bij elkaar geeft dat een arbeidsfilm die jaarrond nagenoeg vol zit.”

Auteur: Joost Stallen