‘Overheid moet inspelen op robotisering’

Een verdere robotisering van de voedselproductie is onvermijdelijk. Daarom moet de overheid de regels voor het gebruik van robots aanpassen aan een nieuwe werkelijkheid, die een hogere productiviteit en meer duurzaamheid oplevert.

Nu staat de robotisering nog in de kinderschoenen. Maar de ontwikkelingen gaan snel, was dinsdag 5 november te zien op de Global Future Farming Summit in Wageningen, georganiseerd door Misset Uitgeverij en Wageningen UR.

Lees ook: ‘Kunstmatige intelligentie kan goed gewassen telen’

Grote doorbraak

Op kleine schaal kunnen robots al aardig wat, zoals aardbeien of paprika’s plukken. Ook het bestrijden van aardappelopslag in jonge bietenplantjes met een spuitrobot verloopt best succesvol, net als het inzaaien van een perceel met een minimum aan bodemdruk.

De grote doorbraak is er nog niet. De robots zijn nog erg duur. Het automatisch zaaien, spuiten of plukken vergt een enorme rekenkracht van de computers. Iedere robot zijn eigen computer is te kostbaar. En een verbinding met een grote cloudcomputer is niet snel genoeg op het platteland.

Maar de voordelen van de robotisering zijn zo onmiskenbaar dat de ontwikkeling niet is tegen te houden. Er is niet langer personeel nodig voor zwaar en eentonig werk. Robots zijn licht. De productiviteit stijgt.

Regels aanpassen om ontwikkeling niet te remmen

Daarom moet de overheid nu al de regels aanpassen om deze toekomstige ontwikkeling niet te remmen. Nu mogen robots alleen onder toezicht werken, terwijl het juist de bedoeling is dat ze autonoom werken. Ook de telers moeten rekening houden met deze ontwikkeling.

De robotisering is net zo’n overgang als van het handmelken naar het machinaal melken of van het paard naar de trekker. Het wezen van de landbouw verandert niet: namelijk voedsel en grondstoffen produceren. Maar de aard van het werk verandert spectaculair. Alleen diegenen die daar op inspelen, horen bij de blijvers. Een groeiende groep boeren staat te popelen. De overheid mag hen niet in de weg staan.