“In de week voor en na Pasen hadden we mooi weer met veel instraling waardoor de productie behoorlijk doorgaat”, zegt Tom de Jong van auberginekwekerij De Jong in Dinteloord.
“In de nieuwe kas groeit het gewas net iets makkelijker. De plant is hier beter in balans. We zijn frequenter gaan oogsten, we gaan nu 1,5 keer per week rond, anders worden de aubergines te grof. De ondergrens voor het vruchtgewicht ligt op 250 gram. Het gemiddeld vruchtgewicht is 340 gram.”
Tempo maken
Door het mooie weer met veel instraling kan De Jong tempo maken. “We hebben hoge etmaaltemperaturen gedraaid van 22,5 graden. In de week voor Pasen was het zelfs 23 graden.”
De stooklijn ligt met zonsopgang op 21 graden. Deze wordt geleidelijk opgebouwd naar 25 graden ’s middags om 15.00 uur, met een lichtverhoging van 3 graden bij 1.000 Joules. Om 17.00 uur ‘knijpt’ de aubergineteler de luchtramen, zodat de kastemperatuur mag oplopen, en gaat de ventilatietemperatuur naar 30 graden. Bij zonsondergang gaat de voornachttemperatuur naar 17 graden. “Het lukt nog steeds dat de kastemperatuur in de voornacht naar deze waarde daalt zonder af te luchten, waardoor het vochtgehalte in de kas niet wegzakt. Bij die grote DIF heeft het ras Tracey baat, vooral om de bloemen sterk te houden en voor een goede zetting. Bij een warme nacht krijg je anders te veel vegetatieve groei.”
Schermen gebeurt zo min mogelijk. Alleen is het sommige nachten nog net te koud om het scherm helemaal niet meer te gebruiken. Wanneer de buitentemperatuur onder 10 graden komt, is het gebruik van een scherm in de opstookperiode nog wel nodig.
“Tracey heeft baat bij hoge temperatuur DIF”
Watergeven op stralingsniveau
Door het mooie weer heeft de teler met het water geven de EC-waarde verlaagd naar 2,2 mS/cm. De EC van de mat ligt onder 3. “We beginnen 2,5 uur na zonsopgang met de druppelbeurten. Met 3 grote druppelbeurten proberen we het vochtgehalte in de mat op niveau te hebben. Daarna geven we druppelbeurten op stralingsniveau; bij iedere 60 Joules volgt een druppelbeurt.” Het water geven gaat door tot 2 uur voor zonsondergang.
“Plekken op de aubergine die door trips zijn aangetast, worden lichter”
Rupsen nemen toe
“We zien de rupsen opkomen, waar we op onze locatie veel last van hebben. In de oude kas hebben we 4 keer afwisselend met Delfin, een bacteriepreparaat, en Nocturn gespoten tegen de rupsen, omdat het biologisch niet te doen is”, vertelt de teler. “Nocturn werkt ook tegen trips, waar we kleine aantastingen van zien. De trips loopt in de bloem en als deze gezet is, wordt de vrucht al snel beschadigd door het aanprikken. Die plekken aan de onderkant van de aubergine worden dan lichter van kleur.”
Luizenplaag neemt af
Het druppelen met Plenum tegen bladluizen werkte goed. “Dit gewasbeschermingsmiddel is alleen dit jaar nog toegestaan. Volgend jaar wordt het een lastig verhaal om de luizen nog te bestrijden, als het middel is verboden.” Verder zet de teler de galmuggen Aphidoletes en de sluipwespen Aphidius Colemani uit voor biologische bestrijding van bladluizen. Eerst iedere week, maar momenteel om de 2 weken, omdat de luizenplaag terugloopt. “De bestrijding lukt wel met de biologische bestrijders, maar soms kan het aantal luizen ineens zo snel toenemen dat een keer chemisch ingrijpen met Plenum noodzakelijk is.”
De populatie van de uitgezette roofwantsen Macrolophus ter bestrijding van witte vlieg is nog in opbouw. “Het gaat eigenlijk net te langzaam en dat is jammer, want we zien nog witte vlieg in de oude kas. En met warme dagen breidt de witte vlieg snel uit. Het gevolg is ‘vette’ planten en vruchten.”
Auteur: Harry Stijger