Nederland heeft in Europees overleg gevraagd eisen over contacten van telers met afnemers in de GMO-subsidieregeling aan te passen.
Nederland vindt de eisen in de GMO-regeling voor telerscontact met afnemers te stringent en onduidelijk. Dat weerhoudt telers deel te nemen aan de Europese subsidieregeling. In de Raadswerkgroep Landbouwproducten van 25 oktober heeft Nederland opnieuw aandacht gevraagd voor dit punt.
Telersverenigingen moeten volgens de huidige erkenningseisen van GMO telers weghouden van commerciële contacten met afnemers. Nederland vraagt niet zozeer om meer ruimte voor telers om te handelen met afnemers, maar om de ruimte die er nu al is te verduidelijken. Het onderwerp bleef bijna een jaar lang onbesproken, omdat de raadswerkgroep voor het laatst op 12 december 2018 bij elkaar is gekomen.
Herhaling van zetten
De Europese lidstaten praten al veel langer over vernieuwing van het Europese landbouwbeleid. Voor het overleg van de Europese landbouwraad volgende week verwacht minister Carola Schouten geen grote doorbraken, omdat over de hoogte van de financiële steun geen duidelijkheid bestaat. “Zolang er nog geen akkoord is over het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (MFK), zal de raad voornamelijk een herhaling van zetten zijn”, schrijft het ministerie.
Directe betalingen
Wel is minister Schouten blij met een voorstel van Finland, de huidige voorzitter van de EU. Het voorstel ligt in lijn met haar eigen ideeën om gelden uit directe betalingen meer te koppelen aan milieu-eisen, de zogenoemde eco-regelingen.
Nederland wil dat het een Europese verplichting wordt voor lidstaten om een minimum percentage van het te besteden Europese budget in te zetten voor eco-regelingen. Schouten wil de eco-regelingen laagdrempelig en breed toegankelijk vormgeven in het Nationaal Strategisch Plan. Telers kunnen dan aanhaken als ze vrijwillig een bijdrage willen leveren.
Nederland wil namelijk dat het nieuwe Europese landbouwbeleid ondersteunend is aan de Europese doelstellingen van klimaatneutraliteit in 2050 en het ophogen van het CO2-reductiedoel naar 55% in 2030.