‘Meer instraling geeft meer productie’

“Het gewas staat er ondanks de hittegolf goed op. Het heeft de warmte goed kunnen verdragen”, zegt Tom de Jong van Auberginekwekerij De Jong in Dinteloord.

Voorafgaand aan de week met de tropische dagen was het weer wisselvallig. “We hebben mooi weer gehad, dat weer werd afgewisseld met minder en kouder weer. Dat zagen we terug in de productie. In de eerste weken van juni zaten we rond 2 kilo per vierkante meter, terwijl we dan tussen de 2,25 en 2,5 kilo per vierkante meter willen zitten. Vorige week met de hittegolf ging de productie wel weer richting de 2,25 kilo per vierkante meter.”

Lage nachttemperatuur voor vruchtuitgroei

In week 25 was de instraling 16.000 Joules. Dat geeft meer productie. “Wel moet dan ’s nachts de buitentemperatuur niet te hoog zijn. Vooral die tropische nachten waarbij de temperatuur boven de 20 graden blijft, willen we niet teveel hebben. Voor de vruchtuitgroei is een nachttemperatuur van onder de 20 graden nodig.”

Bij mooi zonnig weer ligt de luchtlijn bij zonsopgang een halve graad boven de stooklijn van 21 graden. Dit blijft zo tot 12.00 uur. In de middag mag er bij 1.500 Joules in totaal 8 graden lichtverhoging bij. In de voornacht, vanaf zonsondergang tot middernacht, wordt afgelucht op 17 graden, het hangt van de buitentemperatuur af of dat kan worden gerealiseerd.

Veel water geven

Bij warm weer geeft De Jong op sommige momenten bijna iedere 12 minuten een druppelbeurt. “In de ochtend zijn de druppelbeurten groter om de mat op niveau te brengen. Na 10.00 uur en in de middag geven we aanvullend water op basis van instraling. Bij iedere 60 Joules volgt een druppelbeurt.” Bij veel instraling wordt de EC-waarde verlaagd van 2,2 naar 2,0 mS/cm.

Witte vlieg en bladluizen bestrijden

In de nieuwe kas is het rustig met de ziekten en plagen. “In de oude kas is het een strijd tegen de witte vlieg, waarvan de populatie zich zeker met het mooie weer snel ontwikkeld. De roofwants Macrolophus zien we de laatste paar weken goed op komen. Onze hoop dat het goed komt, is daarop gevestigd.”

Ook de bladluispopulatie neemt toe. Om deze onder de duim te houden, heeft de aubergineteler in maart met Plenum gedruppeld, en is dit nu weer van plan. De Jong: “Maar dat is een klap voor de Macrolophus, die de witte vlieg onder controle moet krijgen. We zetten hierdoor wat extra sluipwespen in tegen de bladluis en gaan nu goed scouten om in de gaten te houden hoe de sluipwespen zich ontwikkelen, zodat we niet hoeven te druppelen.”

Rupsen onder controle

In de oude kas heeft de aubergineteler veel last van rupsen gehad. Tot half juni heeft hij iedere 2 weken afwisselend met bacteriepreparaat Delfin en Nocturn of Runner gespoten. “Deze bespuitingen zorgen bij Macrolophus voor een tragere opbouw. In de nieuwe kas gaat de opbouw van de roofwantsenpopulatie veel sneller.”

Sinds april staan er bijenvolken in de kas, die de bijenhouder wekelijks controleert. De bestuiving door de bijen is goed.

Auteur: Harry Stijger