Gezond wantrouwen

“Bijna tweederde van de Nederlanders is het eens met de stelling dat het verkopen van zoveel mogelijk producten belangrijker is voor de voedselproducent dan dat deze producten gezond zijn voor de consument.”

Dat blijkt uit onderzoek door Intomart GFK en internetmagazine Food fot Food. Voor het internetmagazine aanleiding om een persbericht de wereld in te sturen met als kop ’Tweederde van de Nederlanders wantrouwt intenties voedselproducenten’. Een verkeerde gevolgtrekking. Want de vraag was niet: wantrouwt u voedselproducenten als ze zeggen ze hun best doen om hun producten gezonder te maken?

Zoveel mogelijk product verkopen kan heel goed samengaan met het product gezonder maken. Dat de Nederlander vermoedt dat veel verkopen voor een producent een net iets hogere prioriteit heeft dan het product gezonder maken, dat duidt eerder op realiteitszin dan op wantrouwen.

Het geeft het relatieve belang van zoiets als een duurzaamheidsjaarverslag aan. The Greenery stuurde dat onlangs de wereld in. ‘Gezond is meer’ is het motto van het duurzaamheidsbeleid van de afzetorganisatie. Het staat vol met alle inspanningen die The Greenery en haar telers zich getroosten om duurzaam te ondernemen. Milieuvriendelijke en veilige (én lekkere) producten, fijne arbeidsomstandigheden, zuinige logistiek, marketingconcepten die kinderen aan de groente moeten krijgen, eerlijke handel met leveranciers uit ontwikkelingslanden, transparante communicatie tussen teler en consument, allemaal hartstikke mooi.

Maar tussen al die positieve regels door leest elke kritische Nederlander (en daar zijn er ongeveer 17 miljoen van) zo’n jaarverslag als een mooi opgepoetst uithangbord. Goed bedoeld, maar uiteindelijk zijn al die teeltbedrijven en The Greenery als handelsbedrijf schuine streep afzetorganisatie toch bezig met geld verdienen. Gezond wantrouwen, zonder de ogen te sluiten voor de fraaie resultaten die behaald zijn.