De Belgische industriegroentetelersvereniging Ingro drukt telers op het hart om goed na te denken voor contracten worden getekend. “Wij adviseren om eerder minder dan meer volume vast te leggen”, zegt Ingro-directeur Hilde Dhuyvetter. De reden is dat de industrie niet tegemoetkomt aan het volgens telers benodigde prijsniveau.
De contractprijzen in België zijn inmiddels bekend. De grootste plus (van 10 tot 26%) is gerealiseerd voor spinazie die na mei wordt gezaaid, hoe later hoe hoger de prijs. Dat heeft alles te maken met het risico dat aan de teelt kleeft. De overgrote meerderheid wordt echter voor 6 mei gezaaid en daar zit ook een groot risico aan vast (en geen prijsstijging).
Voor grove erwten wordt voor de teelt voor 6 mei 7% meer betaald en na die datum plus 9,5%. Voor prei is 7,5% meer toegezegd en voor spruiten 6% meer. Bij bloemkool geldt juist voor de vroege teelt een prijsverhoging (plus 3%), voor de latere teelt blijft de prijs gelijk. Voor bonen is de prijs 5% gestegen.
Weinig alternatieve teelten voorhanden
“We zijn niet tevreden met deze stijgingen”, zegt Dhuyvetter. “De kosten stijgen maar door en de risico’s nemen toe. Maar je moet een keer stoppen met discussiëren als het seizoen begint. Spruiten was echt een ding. Onze inzet was € 30 per ton, maar krijgen € 20. Die noodzaak is moeilijk over te brengen aan verwerkers.”
Minder telen is dus het advies, volgens Ingro. Dhuyvetter vraagt zich echter af of het lukt om iedereen te overtuigen, aangezien de alternatieven vrij schaars zijn.
De Nederlandse contractprijzen lijken dus harder gestegen dan de Belgische. Coöperatieve telersvereniging De Schakel gaf vorige week aan dat de contractprijzen industriegroente 10 tot 12% hoger zijn dan afgelopen teeltseizoen.