Accent moet komen op veredeling van gewassen bestand tegen ziekten, plagen en klimaatverandering.
“We moeten af van de discussie over welke middelen wel of niet toegelaten moeten worden en we moeten toe naar weerbare teelten”, zegt minister Carola Schouten, die volgende week haar visie over de gewasbescherming naar de Tweede Kamer stuurt.
De minister zegt dat de visie die zij nastreeft een omslag in denken vereist. “Hoe zorg je dat je een gewas weerbaar maakt, zonder dat je zaken met allerlei middelen moet gaan bestrijden?” Dat vereist niet alleen een verandering van denken over het middelengebruik, “maar het heeft ook met de weerbare bodem te maken.”
Lees ook: RIVM: risico’s gewasbescherming breder bekijken
Discussie aangaan over nieuwe veredelingstechnieken
In Europa moet Schouten dan de discussie aangaan over nieuwe veredelingstechnieken zoals CRISPR-Cas. “Wij betreuren dat Europa nu de deur dichtgegooid lijkt te hebben voor CRISPR-Cas. Die discussie moeten we echter wel voeren, niet alleen in verband met gewasbeschermingsmiddelen en het weerbaar maken van planten.”
“Het gaat bijvoorbeeld ook over wat het klimaat met gewassen doet. Als je dan van tevoren zegt dat we gewassen niet in Europa toelaten, die met CRISPR-Cas zijn vormgegeven, dan krijg je ook geen vooruitgang op dat punt.”
Beter beeld van blootstelling omwonenden aan bestrijdingsmiddelen: in de buurt van bollenvelden zijn resten gevonden van bestrijdingsmiddelen in de buitenlucht rond woningen, in het stof op de deurmat en in het huisstof. https://t.co/GqqQHd25Cy pic.twitter.com/fActUKYmvS
— RIVM (@rivm) 11 april 2019
Discussie verhardt
Minister Schouten heeft eerder deze week samen met staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat) gesprekken gevoerd moet omwonenden en gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen, naar aanleiding van het rapport van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu over de blootstelling van omwonenden aan bestrijdingsmiddelen.
Schouten geeft aan dat zij de zorg van omwonenden begrijpt. Ze ziet ook dat de standpunten van de gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen en omwonenden steeds meer tegenover elkaar komen te staan. “Ik merk dat die discussie zich steeds meer verhardt”, aldus de minister.
Op twee plekken het gesprek aan
Schouten zegt dat ze op twee plekken het gesprek aangaat naar aanleiding van het RIVM-onderzoek. Aan de ene kant moeten de effecten van de opstapeling van stoffen in Europa betrokken worden bij de toelating van werkzame stoffen.
Aan de andere kant gaat Schouten het gesprek aan met het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden om te zien of en hoe het Ctgb de resultaten van het RIVM-onderzoek kan betrekken bij de toelating van middelen in Nederland.