Nieuwe regels voor de subsidieregeling GMO maken dat jaarlijkse controle op leverplicht voor alle telers niet meer nodig is.
Dat blijkt uit de nieuwe GMO-uitvoeringsregeling die het ministerie van landbouw heeft gepubliceerd. Die regeling beschrijft de Nederlandse uitvoering van de Europese subsidieregeling voor telers in groente en fruit voor 2020. In plaats van jaarlijkse controle van alle telers, kan een producentenorganisatie straks volstaan met controle elke 3 jaar.
Het ministerie doet een berekening van wat dat oplevert. Als een gemiddelde producentenorganisatie 96 leden heeft en 9 verenigingen GMO gebruiken, leidt dat tot een besparing van € 138.240.
Gaas en middelen
Een praktische uitbreiding is ook insectengaas. Voor alle teelten wordt insectengaas subsidiabel, blijkt uit de regeling. Dat geldt ook voor meerkosten voor gewasbeschermingsmiddelen met laagrisicostoffen naast middelen van natuurlijke oorsprong. Ook meerkosten voor biologisch afbreekbare verpakkings- en bevestigingsmaterialen zijn in de regeling opgenomen.
Onderling fonds
Sinds 2018 bevat de GMO-regeling ook de mogelijkheid van een onderling fonds om telers te compenseren voor inkomensverlies. Voor dit punt worden extra eisen gesteld. Telers die door bijvoorbeeld plantenziekte of hagelschade inkomen verliezen, komen niet in aanmerking voor een uitkering uit dat fonds. Hiervoor zijn andere instrumenten zoals een verzekering (in ontwikkeling). Ook mag zo’n uitkering niet samenvallen met andere crisismaatregelen als groen oogsten.
De nieuwe regeling voegt een aantal nieuwe subsidiabele activiteiten toe en versoepelt sommige subsidievoorwaarden. Daarnaast worden bepalingen verduidelijkt die aanleiding gaven tot interpretatieve vragen, bijvoorbeeld als het gaat om de eis dat projecten vernieuwend moeten zijn.