Behalve wat problemen tegen het einde van de komkommerteelt en een kas met tomaten, is de teelt van biologische vruchtgroenten bijzonder goed verlopen, vertelt teeltchef Wim van Marrewijk van biologische kwekerij Frank de Koning op Voorne Putten (Z-H).
“Na de hitte is het niet meer gelukt het komkommergewas in balans te krijgen. We zijn de teelt gestart op 23 april. Je zag dat eind augustus de ziel uit de plant was na zo’n lange teelt zonder aanaarden.” Hij heeft in week 42 ‘met vreugde’ afscheid genomen van de teelt, toen duidelijk was dat de afnemers voldoende jong en vers product uit Spanje konden halen, voor een lagere prijs.
Aubergineteelt zonder problemen
De aubergineteelt realiseert nog forse weekproducties, zet goed en geeft mooie vruchten. Het is een teelt met heel weinig problemen. “We hebben eind september een keer met Mycotal gespoten om de wittevliegdruk te verlagen. Dat heeft fantastisch gewerkt.” Dat de entomopathogene schimmel zo effectief is, verklaart hij uit het microklimaat in de kas, waar de grond vochtig is. “Daarbij komt dat je met Mycotal genoeg hebt aan een rv van 60-65 %. Met middelen als Botanygard heb je minstens 80% nodig.” Bij deze teelt zullen het waarschijnlijk de prijzen zijn die het einde bepalen. “Je ziet dat de prijzen door Spaanse aanvoer al onder druk staan. Waarschijnlijk is het einde week 45 wel einde oefening.”
Een week na het toppen ben ik begonnen om in de namiddag en avond de temperatuur te verhogen zodat de suikers makkelijker naar de vruchten gaan
Uniek: geen schimmelziekten in biologische tomaat
Bij tomaat is het succes wisselend. “In een tuin ziet het eruit alsof het voorjaar is. Het gewas is groen en krachtig, zonder meeldauw, Botrytis en Cladosporium. Dat is voor een biologische teelt uniek, zeker in deze fase van de teelt.” Hij verklaart de lage schimmeldruk uit de strategie om aan het eind van de dag zo weinig mogelijk assimilaten over te houden in de groene delen. “Een week na het toppen ben ik begonnen om in de namiddag en avond de temperatuur te verhogen zodat de suikers makkelijker naar de vruchten gaan.”
Nesidiocorus weglokken en opruimen
Op de andere tuin met tomaten werd plotseling een grote populatie van Nesidiocorus ontdekt, de roofwants die enorme schade kan aanrichten aan plant (koppen) en vruchten. “Toen we het half augustus ontdekten, zaten er gemiddeld 4 tot 5 volwassen en 15 nimfen in de kop van de plant.” De bestrijdingsmogelijkheden zijn in de biologisch dynamische teelt nog beperkter dan bij EKO. Daarom koos Van Marrewijk ervoor de volwassen Nesidiocorus weg te lokken uit de kop door halverwege de plant voeding op de bladeren te strooien. “Ze hebben zich helemaal volgevreten. Maar door het silicium zijn die bladeren bikkelhard zodat het de vrouwtjes niet lukt om er eitjes in af te zetten.” De nimfen in de kop van de plant zijn een keer bespoten met Nemasal. “We hebben op het punt gestaan om te koppen, maar we kregen zo de plaag helemaal onder controle. Zo zie je maar. Je moet eerst leren hoe een plaag in elkaar zit, voor je hem gaat bestrijden.”
Grondschimmels tasten Tuta aan
In de tomatenteelt zijn galmijt en Tuta al langer aanwezig. “De populaties zijn nooit uit de hand gelopen. Silicium heeft ook hier een positief effect. Maar de open grond speelt ook mee. Je hebt zo meer vocht in de kas. We hoeven daardoor maar een keer in de 3 tot 4 weken zwavel te spuiten tegen galmijt. En de Tuta-poppen vallen op de grond waar 95 tot 98 % wordt aangetast door chitine-etende schimmels en verdroogt.” De aantasting van Nesidiocorus heeft bij een aantal trossen wel missers opgeleverd, maar de laatste 2 trossen zien er weer ‘perfect’ uit. De zetting is prima en de tomaten zijn mooi grof geworden. De kop is er op 6 september uitgegaan. De laatste trossen worden waarschijnlijk in week 45 geknipt.
Paprikateelt gaat ‘te goed’
De paprikateelt slaat alles. Hoewel pas op 23 april is geplant, komt de productie inderdaad uit op de geraamde 25 kilo per vierkante meter, zowel bij de rode (Marletta, Vitalis) als de gele (Sven van Rijk Zwaan). “Het gaat gewoon te goed. De vruchten wegen nu gemiddeld 220 gram en zijn moeilijker te vermarkten nu de afzet naar Noord-Amerika is weggevallen.” Van Marrewijk heeft dit jaar bewust meer gewas aangehouden. Dat heeft in de hete zomer goed uitgepakt. “We hebben alleen een paar weken wat brandplekken gezien langs het betonpad, terwijl er bedrijven zijn die ze nog steeds moeten uitsorteren.”
Naar dagelijkse plantsapanalyses
Nog specialer is dat het gewas het hele seizoen al schoon is van bladluis, de ernstigste plaag in de biologische paprikateelt. “Dat heeft puur te maken met de beschikbaarheid van suikers, zien we aan de plantsapanalyses. Je kunt bijna de grens aanwijzen waar nog wel luizen zitten, maar ze niet meer levendbarend zijn door gebrek aan voeding.” Net als bij de tomaten probeert hij aan het einde van de dag zo weinig mogelijk suikers over te houden in het blad door het via temperatuurverhoging naar de vruchten te sturen. Volgend jaar wil hij dagelijks het suikergehalte van het plantsap gaan bepalen met een refractometer. “Dan kan je nog sneller reageren. We geven op jaarbasis veel uit aan biologische bestrijders. Dat willen we graag terugdringen. Dat komt uiteindelijk ook ten goede aan de plant.”
Ineens twee onderstammen minder
Voor volgend jaar zijn de rotatieschema’s voor de 11,5 hectare op 4 locaties gemaakt. “Dat was nog een hele puzzel. Omdat we centraal gaan sorteren willen we op die locatie de komkommers zetten. Dat is het meeste volume en ze worden 6 keer per week geoogst en verwerkt.” De keuze voor de rassen en onderstammen is nog niet helemaal rond. “Op het laatste moment krijgen we te horen dat de komkommeronderstam Azman (Rijk Zwaan) en de tomatenonderstam Brigeor (Gautier) niet meer beschikbaar zijn. Gelukkig doen we al jarenlang zelf proeven met onderstammen. Maar het zou prettig zijn als je meer tijd hebt om ook bij anderen onderstammen te gaan bekijken.”
Auteur: Gerard Boonekamp