‘Ondanks moeizame start niet veel later oogsten’

Van die 13 hectare wordt 4 hectare gebruikt voor de teelt van diverse gewassen, zoals spinazie, kropsla, ijsbergsla, lollo rossa, eikenbladsla, paksoi, venkel, koolrabi, bleekselderij, boerenkool en tuinbonen. De producten worden rechtstreeks geleverd aan de biologische groothandel.

“Nee, dat is niet op voorhand allemaal al verkocht, daarover afspraken maken met de groothandel valt niet mee. Er blijft ook wel eens wat staan als er tijdelijk te veel aanbod van een gewas is”, vertelt Stolk op 18 april. Op de overige grond staat gras, bestemd als weidegrond voor het rundvee.

Wim Stolk startte op 25 maart met het planten van de bladgewassen. “Dat was iets later dan de bedoeling was, maar eerder was het nog te nat en te koud.” – Foto’s: Ruud Ploeg

Spinazie planten

Het planten van de bladgewassen startte op 25 maart. “Dat was iets later dan de bedoeling was, maar eerder was het nog te nat en te koud.” Stolk plant 30.000 planten per week, waarbij bladgewassen en spinazie de hoofdteelten vormen. “In verband met de onkruiddruk planten wij spinazie in plaats van te zaaien.” De hoeveelheden per gewas hangen mede af van de inschatting van de marktsituatie.

Strikte vruchtwisseling

Bij de koolgewassen worden de vruchtwisselingseisen van minimaal 1:4 strikt gehanteerd. “Wij telen op humusrijke zandgrond, als je dat niet doet, dan krijg je gegarandeerd met knolvoet te maken.” Alle percelen zijn gedraineerd voor een goede ontwatering van deze vochthoudende grond.

Doek verwijderen

Alle plantingen zijn tot half april onder doek gegaan, bij de volgende plantingen gebeurt dat niet meer. “Wel leggen we daar meestal wildgaas overheen tegen kraaien, duiven en hazen. Als we dat niet doen, is de schade te groot.” Een dag of twaalf na het doek leggen, wordt het doek verwijderd en voor de eerste keer geschoffeld. “Mocht het nodig zijn, dan doen we dat nog een keer als het doek er definitief af gaat. Dat is ook het moment dat dit nog kan, want snel daarna heeft het gewas de grond dicht.”

Wim Stolk: “Ik denk dat we niet veel later aan de eerste oogst toe zijn dan in voorgaande jaren.”

Gezien de warmte wilde Stolk op 18 april het doek verwijderen, maar of het er dan definitief af zou blijven, was nog even de vraag. “Daarna wordt het toch weer koeler, we zullen dat even goed moeten bekijken.”

Moeizame start

Als het zo warm is als op 18 en 19 april denk je al snel aan beregenen. “Tot op heden was dat niet nodig, maar bij de volgende plantingen zal dat wel zo zijn.” De groei van de gewassen verliep enigszins moeizaam, maar met de warmte maken ze een mooie inhaalslag. “Ik denk dat we niet veel later aan de eerste oogst toe zijn dan in voorgaande jaren.” Waarna voor Stolk de lunchpauze erop zit en hij weer aan het werk wil. “Waren dat je vragen? Oké, dan kan ik weer aan de slag.”

Auteur: Stan Verstegen