Grondverbetering kan een kwestie van een paar honderd euro per hectare zijn, of afhankelijk van het perceel en telerswensen een grote ingreep zijn. Basis blijft: doe het doordacht en zo vroeg mogelijk in de zomer.
Nederlanders weten als geen ander dat het van belang is om de waterhuishouding op orde te hebben. Drainage is een van de maatregelen, maar ook bovengronds is er veel aan te doen.
Of het klimaat werkelijk verandert of niet, en of we als mens daar enige invloed op hebben, daar is het laatste woord nog niet over gezegd.
Extreme verschillen
Het is wel een gegeven dat er extreme verschillen zijn tussen droge en natte jaren en dat die verschillen de afgelopen jaren ook wel erg groot waren. Ook in een normaal jaar, voor zover dat bestaat, vallen er vaak heel plaatselijk wel extreme buien. 2018 gaat het geschiedenisboek in als een van de droogste jaren ooit, maar ook in 2018 waren er al vroeg in het seizoen heel plaatselijk extreem zware buien. Gevolgd door droogte waren de percelen die het betrof, daarna extra getroffen door droogteschade. Een extreme bui hou je niet tegen, en hoe ideaal een perceel ook is voorbereid op extreme nattigheid, voorkomen van wateroverlast heeft zijn grenzen.
Er is vaak wel wat aan te doen. 2018 was het jaar dat iedere afwijking in de bodemopbouw aan het licht bracht. En het bewijs dat daar in een aantal gevallen ook wel verbetering in is aan te brengen.
Opbrengstderving
Zodra een plek onder water heeft gestaan, ook al heeft het maar kort geduurd, is daar de opbrengst al voor het hele jaar flink gereduceerd of zelfs om zeep geholpen. Ook als het mee lijkt te vallen en de schade zich op het oog nog behoorlijk heeft hersteld, is de opbrengst op de natte plekken toch vaak flink minder. Is de boel echt verzopen dan is dat eenvoudig te zien, maar ook als het mee lijkt te vallen, is er vaak toch opbrengstderving, weten boeren die enige ervaring hebben met gps-systemen om opbrengsten vast te leggen. Een plek die flink onder water heeft gestaan, gaat er voor de toekomst vaak flink op achteruit. Op zo’n plek worden sporen gereden, wordt net iets te nat de grond bewerkt en dan wordt het al gauw van kwaad tot erger.
Egaliseren
Om wateroverlast in laagten te voorkomen, is egaliseren vaak de ultieme oplossing. De specifieke situatie op het perceel bepaalt hoe je dat het beste aanpakt. De dikte van de bouwvoor bepaalt hoeveel grond je op een hogere plek verantwoord kunt afschrapen, maar de ondergrond bepaalt ook of kilveren in combinatie met diepploegen de oplossing is. Voor het wat kleinere correctiewerk hebben boeren soms ook zelf een kilverbak in de schuur staan. Wordt het kilveren in de sfeer van cultuurtechnisch werk, dan komt daar al gauw een gespecialiseerde loonwerker aan te pas. Met kilveren en diepploegen kun je een perceel enorm verbeteren, maar wanneer het verkeerd wordt aangepakt, kun je ook veel verknoeien. En gemaakte fouten zijn vaak maar moeilijk te herstellen.
Profielopbouw
Behalve draineren en egaliseren is de profielopbouw een belangrijke factor in de doorlaatbaarheid van de grond. Maar ook in de mate waarin de grond opdrachtig is. Indirect is drainage en egalisatie niet alleen een maatregel tegen wateroverlast, maar draagt het eveneens bij aan een betere capillaire werking van de grond. Verzadiging en verslemping van grond hebben immers een negatief effect op de bodemstructuur en maken grond in droge periodes extra droogtegevoelig. Storende lagen, onvoldoende organische stof of onvoldoende bodemleven zijn belangrijke factoren die een rol spelen of een grond goed doorwortelbaar is en of een grond goed het water naar beneden afvoert of in droge perioden op kan trekkenen. Dit alles bepaalt hoe goed een bodem bestand is tegen zowel extreme droogte als extreme nattigheid.
Perceel in kaart brengen
Woelen, diepploegen, diepspitten, meerdere maatregelen kunnen op een specifiek perceel een oplossing zijn. Stelregel blijft wel om van tevoren het perceel goed in kaart te brengen. Informatie over grondsoort en de hoogteligging van percelen is onder andere te vinden op Boer&Bunder. Of er gekilverd, gediepploegd of gespit gaat worden, geldt: meten is weten. Breng eerst goed in beeld hoe dik de bouwvoor is en wat de samenstelling van de ondergrond is. Dat kan digitaal, bijvoorbeeld met de Veris bodemscanner. Maar spit ook een keer een gat op verschillende plekken in het perceel en neem de grondboor ter hand om inzicht te krijgen in de ondergrond. Wordt een perceel echt flink aangepakt, dan is hulp van een specialist geboden. En behalve externe, onafhankelijke specialisten kunnen de bedrijven met veel ervaring in dit werk – die er ook technisch goed voor zijn uitgerust – daar vaak ook goed in adviseren. In kaart brengen van het perceel en voorbereiden van het plan voor het uit te voeren werk, is net zo belangrijk als het werk zelf.
Gps-hoogtekaart een onmisbare hulp voor efficiënte aanpak
Gps-techniek is een dankbaar hulpmiddel om hoogtekaarten te maken. Er is inmiddels ook techniek om plaatsspecifieke kaartjes te maken die de opbouw van het profiel weergeven. Eventueel aangevuld met nog enkele boormonsters ter plaatse is dat een goede basis om te bepalen hoe een perceel het best kan worden opgeknapt. Een bedrijf met behoorlijk wat ervaring in deze tak van sport kan dan een redelijke indicatie van de kosten geven.
Weet hoe je perceel is opgebouwdLandbouwbedrijf Straver heeft een loonwerktak die zich inmiddels heeft gespecialiseerd in grondverbetering. Kilveren, al of niet in combinatie met diepploegen. Dat is in 2007 op het eigen bedrijf begonnen, vertelt Johannes Straver. In 2010 was het zover dat ze dat ook met eigen machines konden uitvoeren. De conclusie was al snel dat de dozerbak dé methode was om efficiënt grond op een perceel te verplaatsen. Gekoppeld aan 3D-gps lukt het ook met de dozerbak het perceel netjes af te werken. De vereiste nauwkeurigheid wordt alleen bereikt wanneer er ook een basisstation voor het correctiesignaal op of dichtbij het perceel staat. Wil je een afschot van 2 tot 3 centimeter aanleggen, dan is een afwijking van een centimeter eigenlijk al veel. Nauwkeurige kaartOm tot een goed resultaat te komen, is een grondige voorbereiding vereist. Dat begint met een nauwkeurige kaart van de hoogteligging van het perceel. Op basis daarvan is te zien wat er aan grond verschoven moet worden. Behalve de hoogteligging moet ook de diepte van de bouwvoor en de samenstelling van de ondergrond bekend zijn. Niet zelden zet Straver ook de diepploeg in. Om bijvoorbeeld op een hoger stuk de ondergrond omhoog te brengen en die naar de lagere plekken te slepen. Die lagere plek wordt daarna weer gediepploegd om daar de bouwvoor weer bovenop te krijgen. Diepploegen op basis van 3D-gpsDiepploegen kan inmiddels ook op basis van 3D-gps. Wanneer dit op een perceel aan de orde is, kan een 3D-kaartje gemaakt worden, dat aangeeft hoe diep er plaatsspecifiek geploegd moet worden om te zorgen dat, afhankelijk van de dikte van de bouwvoor, overal precies genoeg grond bovenop ligt om weg te schuiven. VoorbereidingIedereen kan kilveren. Echter, de voorbereiding spaart niet alleen op de uren die nodig zijn om de klus te klaren, maar bepalen ook het resultaat. Goed in kaart brengen, waar grond heen moet en waar en hoe dat vandaan moet komen. Op akkerland leg je afschot het liefst zoveel mogelijk in de teeltrichting. Op weiland, waar greppeltjes onderdeel van de ontwatering zijn, is aanleggen van bolle akkertjes weer meer aan de orde. Voorbereiden kost tijd en dus geld, maar dat wordt snel terugverdiend door de tijd die het bespaart bij de uitvoering. 2018 was een uitzonderlijk jaar waarin je zelfs in november nog kon kilveren, maar ga daar niet van uit! Vroeg, droog en doordacht zijn de 3 sleutelwoorden voor het succes van grondverbetering. |
Kopakkers liggen vaak te hoogDe broers Rens en Marc van Bergeijk hebben in Zuidland (Z.-H.) een akkerbouw- en loonbedrijf. Egaliseren van percelen begon bij de Van Bergeijks al zo’n 20 jaar geleden op het eigen bedrijf. Van lieverlee ontstaat er dan wat specialisme en kwam er ook betere apparatuur, waaronder een dozerbak op het bedrijf. Nu doen ze ook egalisatiewerk voor derden. Het begint met het in kaart brengen van de hoogteligging van het perceel, vertelt Rens. Kaart makenWie met RTK-gps werkt en daarvoor is uitgerust, kan al een jaar van tevoren zo’n kaartje maken. Doe je dat bijvoorbeeld tegelijk met grondbewerking, dan krijg je een heel gedetailleerd kaartje. En vaak zie je dan dat de kopakker wat hoger ligt dan de rest van het perceel. Ongemerkt hoogt een kopakker zich door de jaren heen wat op. Bagger uit de sloot, maar ook door ploegen, oogst en grondbewerking wordt er ongemerkt wat grond naar de kopakker gesleept. Dan helpt het al flink door de kopakker met de kilverbak weer naar de sloot aflopend te maken. Juiste samenstelling onder bouwvoorMoet er veel, bijvoorbeeld meer dan 10 tot 15 centimeter van de kopakker af, dan kan het gebeuren dat er daar een te dunne, schrale bouwvoor over blijft. Dat is een reden om zo’n actie met een tussenpoos van een aantal jaren in 2 keer uit te voeren. Zit er grond van de juiste samenstelling onder de bouwvoor, dan groeit zo’n bouwvoor door bewerking en plantengroei door de jaren heen ook weer aan. Organische stof bovenopEen kopakker met een dunne bouwvoor kun je de eerste jaren het beste niet ploegen. Zorg wel dat er steeds organische stof bovenop ligt. Compost is daar ideaal voor. Dan zorgen wormen, het gaat om de zogenaamde pendelaars die we kennen als de dikke regenwormen, dat de organische stof de grond in wordt gewerkt en er een goede doorlatende structuur wordt opgebouwd. En ieder perceel is anders. Soms is het nodig om grond aan te voeren om een probleem op te lossen, soms is het afschot groter dan ideaal, maar in een ruggenteelt kun je daar rekening mee houden door bijvoorbeeld bij het aanaarden dammetjes te maken. Het advies van de Van Bergeijks: “Wil je de cultuurtoestand van een perceel verbeteren, zorg dan voor een goed doordacht en dus voorbereid plan. Droog en vroeg uitvoeren, gevolgd door een landbouwpraktijk die een gezonde bodem in tact houdt.”
|