Doorgaan naar artikel

Markt voor maximaal 18.000 hectare prei

In 2017 werd over heel Europa 7% meer prei geplant. Bovendien was de productie per hectare hoog en dat samen maakt overproductie. Welke ontwikkelingen dragen bij aan een rendabele teelt in een verzadigde markt? Een schets van de markt en de trends.

Over de jaren heen lopen de schommelingen in het areaal prei meestal achter de markt aan. Zo werd in 2017, na het beste seizoen sinds jaren, in Europa 7% meer prei geplant. Dat betekende een toename van 1.200 hectare en daarmee kwam het Europese areaal iets boven 20.000 hectare uit.

In Duitsland werd in 2017 18% (362 hectare) meer geplant en in Spanje 16% (210 hectare). In België ging het om 6 à 7% (161 hectare), in Nederland om 2% (60 hectare). Ook in het Verenigd Koninkrijk, Polen en Italië werd meer geplant; alleen in Frankrijk bleef het areaal stabiel.

Uit de cijfers waarover Jochim Reybrouck van Nunhems beschikt, blijkt dat die 20.000 hectare prei in Europa te veel is. In de jaren 2013, 2014 en 2017 zat het areaal net iets daarboven en dat had een negatief effect op de prijzen. In 2015 was het areaal met bijna 18.000 hectare 10% minder dan in 2014 en dat leidde toen tot een betere marktsituatie.

Lees ook de marktanalyse van recente prijsontwikkelingen van prei

Hectareopbrengsten en weersomstandigheden

In 2017 ging de areaalgroei bovendien gepaard met uitstekende opbrengsten en dat had dramatische prijzen tot gevolg in het seizoen 2017/2018. Ter vergelijking, in 2016 groeide het areaal ook – toen met 6% – maar zakte de productie met 10% door extreme weersomstandigheden in vrijwel heel Europa. Dat toont maar aan dat wat er op de markt komt, niet alleen afhankelijk is van het areaal, maar ook van opbrengsten per hectare en weersomstandigheden.

Krimp areaal in 2018 verwacht

De verwachting is dat de resultaten van 2017/2018 zullen leiden tot een areaalkrimp in 2018. Europees gezien lijkt een areaal van 18.000 hectare het maximum wat de markt kan behappen, bij normale producties wel te verstaan. Bij een daling van 10% in 2018 wordt die grens weer bereikt, maar het grote probleem is hoe individuele telers hierop inspelen. In feite zouden alle telers het beste af zijn als iedereen 10% minder plant, maar zo simpel zit de wereld niet in elkaar, weet iedere preiteler.
Artikel gaat verder onder de foto

In feite zouden alle telers het beste af zijn als iedereen 10% minder plant. - Foto: Stan Verstegen

In feite zouden alle telers het beste af zijn als iedereen 10% minder plant. – Foto: Stan Verstegen

Kenschets preilanden

  • Volgens de gegevens van Reybrouck staat prei in Nederland voor 60% op contract voor de retail tegen een vaste prijs, wel met prijscorrelatie (minimum- en maximumprijzen). De overige 40% is vrije handel. Die verloopt zonder tussenschakels – met de klokprijs als richtprijs voor het product en als bijkomende kosten de verpakkingskosten – of via de veilingklok. Naar schatting verschijnt 200 à 300 hectare daadwerkelijk voor de klok, dat zou 10% tot 15% van het areaal zijn.
  • In Duitsland verloopt de handel vrijwel volledig via de veilingklok op coöperaties zoals de Pfalzmarkt. Contractteelt komt in Duitsland nauwelijks voor, alleen bij de teelt voor de industrie.
  • In Engeland verloopt juist 85% via langjarige contracten. Bij de vrije handel gaat het om 3-stuks-prepack-verpakkingen tegen redelijk vaste prijzen.
  • In Italië is juist 95% vrije handel die rechtstreeks verloopt tussen telers en supermarkten of distributeurs. De 5% op contract gaat naar de diepvriesindustrie.
  • In Spanje staat 70% op contract voor binnenlands afzet. De 30% vrije handel is gerelateerd aan de export en in dat segment zit ook de groei van het Spaanse preiareaal.
  • België kenmerkt zich door een voor telers tweeledige afzet richting veiling en/of diepvriesindustrie. Dat gaat deels op contract, maar ook kunnen telers tijdens het seizoen nog besluiten voor welk afzetkanaal ze kiezen. Meestal kiezen ze voor de industrie als de klokprijzen slecht zijn. De vastgelegde hoeveelheid op contract wisselt van jaar tot jaar, naar gelang de behoefte van de industrie. In 2017 werd in België aanmerkelijk meer op contract geteeld, vanwege de tegenvallende opbrengsten in seizoen 2016/2017. Voor 2018 wordt een daling van het areaal voor de industrie voorspeld, tot het niveau van 2016.
    De contractprijzen zullen ook lager zijn dan in 2017. REO Veiling is als grootste Europese preiveiling trendzetter als het om de prijsvorming gaat, mede door het grote aandeel dat voor de klok komt.

Ontwikkelingen Belgische export

Op de exportmarkt voor prei ziet de Belgische exporteur Guy De Meyer van Demargro in Ardooie de volgende ontwikkelingen, gespiegeld aan de veranderingen binnen zijn afzetmarkten. In de periode 1990-2000 waren Frankrijk (39%) en Duitsland (20%) zijn belangrijkste exportmarkten.

In de periode 2000-2010 namen de aandelen van Frankrijk (25%) en Duitsland (18%) af en was de export niet verdeeld over 5 (Frankrijk, Duitsland, Nederland, Scandinavië en Spanje), maar over 8 belangrijkste landen:

  • Frankrijk (25%)
  • Duitsland (18%)
  • Spanje (14%)
  • Scandinavië (14%)
  • Polen (11%)
  • Rusland
  • Nederland
  • overzeese landen (Japan, Canada)

Over de periode 2010-2018 zijn Frankrijk (22%), Spanje (22%) en Polen (22%) zijn belangrijkste exportlanden, gevolgd door Duitsland (11%) en Nederland (7%). De export naar Rusland viel door de handelsboycot vrijwel volledig stil en die naar Scandinavië nam door een toename van het eigen areaal sterk af.

De Meyer ziet een toenemende export naar Spanje, Italië en Portugal, maar ook naar Oost-Europa (Polen, Tsjechië) als de eigen teelt daar te leiden heeft van winterse omstandigheden. Het areaal neemt in Oost-Europa namelijk wel toe.

Ontwikkelingen verpakkingen

Op gebied van verpakkingen ziet De Meyer een tendens naar steeds meer losse prei in poolfust, omdat afnemers steeds vaker zelf verpakken in eigen verpakkingen. Werd in de periode 1990-2000 in België nog 31% losse prei aangevoerd, in de periode 2010-2018 is dat opgelopen tot 60%. Het aandeel platte bussels nam af van 31% tot 0% en het aandeel bussels van 1 kilo stabiliseert op 15%, maar lijkt over de top. Het aandeel van zakken van 3 kilo (7%) of 5 kilo (2%) is sterk gedaald, zo’n 8% gaat nu in zakken van 2 kilo.

De Meyer ziet verder een trend naar specifieke vragen, zoals kortere wortels dan in België normaal is of een specifiek aantal stuks in een kist. Ook naar ingekorte prei komt meer vraag, omdat dat minder afval voor de consument betekent.

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin