‘Eindelijk hebben we de groei goed te pakken, het kon niet mooier uitkomen met dat plotselinge zomerweer.” Dat zei teeltmanager Berry Baruch van Kwekerij Schenkeveld vorige week over de belichte teelten Merlice op de vestigingen in Schipluiden en Rijsenhout (Noord-Holland).
“In de laatste weken hebben we de ommekeer gezien.” Baruch is na een stikstofarme periode meer nitraat gaan geven. Hij heeft de lampen net wat later aangezet en eerder afgeschakeld. “Door minder te belichten kun je de ramen meer gesloten houden en meer vocht opbouwen, zodat je meer groei krijgt.” Tot vorige week gingen de lampen om 2 of 3 uur aan. Dat werd daarna pas om 5 uur met 50% van de lampen die bij zonnig weer om 8 of 9 uur al weer uitgaan. “Dat is puur voor het opwarmen van het gewas in de nanacht, want van die 23 Joules per uur moet je het natuurlijk niet hebben.” In de tweede helft van vorige week bleven de lampen helemaal uit.
Planttemperatuur onder ruimtetemperatuur
Met de komst van het mooie weer had hij de klimaatinstellingen flink veranderd. Overdag staat het lucht ingesteld op 23 graden aan de luwzijde en 25 graden windzijde. Met de luwzijde op 100% en windzijde vlak bleef de maximum kastemperatuur tot donderdag netjes tussen 25 en 27 graden. “En de planttemperatuur blijft onder de kastemperatuur dus dat is positief.” Vorige week woensdag was de buiten-RV 33% en liep de VD in de kas op naar 11. “Dat zijn extreme omstandigheden, maar het gewas gaf geen krimp.” Vanaf de namiddag wordt de maximum raamstand sterk door vocht bepaald. “We willen het vochtdeficit in de voornacht verlagen naar 3 tot 2. Tot 23 uur staat het gewas dan heerlijk in het vocht zodat het op spanning komt en de plant de elementen goed naar al zijn delen stuurt.” Er wordt nog steeds geschermd, op uitstraling. Bij helder weer ligt het schermdoek tussen 22 uur en middernacht altijd dicht.
Bladpuntjes in de krul
Het gewas groeit nu zoals hij het graag ziet. “De bladlengte is toegenomen, de blaadjes in de kop hangen gemakkelijk en de bladpuntjes staan ’s-morgens wat in de krul.” De weekproductie loopt nu gestaag op, maar is met circa 2,5 kilo per vierkante meter toch lager dan vorig jaar. Toen zaten we in week 15 al tegen 3 kilo per vierkante meter aan. Komende weken gaan we naar 2,8 kilo.” De kwaliteitsproblemen (kouschade) zijn volledig voorbij. “We hebben nu 10 trossen van goede kwaliteit hangen.” De plantbelasting is circa 160 vruchten per m2. Het vruchtgewicht ligt nu op 160 tot 165 gram. “Dat is een aantal weken maar 150 gram geweest. Die koude en donkere januari maand heeft er behoorlijk ingehakt.”
Wkk’s aan voor CO2
De CO2-dosering start om 8 uur met 150 kilo per ha per uur. Tussen 11 en 16 uur komt er een extra wkk bij en wordt het dubbele gegeven. Hiermee wordt overdag een concentratie gerealiseerd 400 tot 600 ppm en aan het eind van de dag circa 1.000 ppm. Door de frisse nachten raakt hij de warmte nog gemakkelijk kwijt. “Maar ik zet nu de wkk’s liever aan voor de CO2 dan voor het licht.” De watergift is flink opgeschroefd. “We geven 3 tot 3,3 cc per Joule licht.” De basis-ec staat op 3,3 en wordt met maximaal 0,5 verlaagd op buitentemperatuur (boven 20 graden) en op licht. Bij de watergeefunit wordt zilvergebonden waterstofperoxide (Huwa-San) meegegeven en tussen de uv-ontsmetter en de schoon-drainsilo de gewone waterstofperoxide. “In de vuildrain-silo kan de agrobacterie gemakkelijk groeien dus daar moet je hem aanpakken. We hebben in totaal nog maar 100 matjes met crazy-roots en dat is stabiel.”
‘Eerste indruk feromoonverwarring is goed’
Het gewas is verder ook gezond, al zijn er meer dan genoeg uitdagingen. “Er is nul Botrytis, we vinden minder dan 1 wittevlieg per vangplaat en Macrolophus blijft prima in balans met een niveau 10 tot 15 stuks per plant.” Wel is een plekje met de schadelijke roofwants Nesidiocorus gevonden. “Maar de aantallen vallen mee en we zien nog geen schade van aangeprikte en geknakte koppen.” Ook met galmijt is het nog rustig, terwijl dat vorig jaar een groot probleem was. “We hebben pas 6 kleine plekjes gezien. Die bespuiten we iedere 3 weken met Addit-uitvloeier en Botanygard en wisselen dat af met Dipel met Turex. Tegen Tuta absoluta heeft Baruch begin april de nieuwe strippen met feromonen opgehangen die de mannetjes verwarren. “Mijn eerste indruk is heel goed. Je ziet ze nog wel vliegen, maar er komen geen nieuwe gangen meer bij in het gewas.”
Auteur: Gerard Boonekamp