De werking van dierlijke mest wordt vaak overschat, blijkt uit onderzoek van Renske Hijbeek. In vergelijking met kunstmest geeft organische mest geen hogere opbrengst. “Een combinatie van kunstmest en dierlijke mest geeft de beste benutting.”
Het effect van bemesting met organische stof wordt vaak overschat. Dat concludeert de Wageningse onderzoeker Renske Hijbeek uit een overzichtsstudie van experimenten wereldwijd. Volgens haar promotieonderzoek zijn geconstateerde opbrengstverhogingen meestal toe te schrijven aan de voedingsstoffen N, P en K die in de organische mest zitten en worden de meeste onderzoeken daarvoor niet gecorrigeerd. Met als gevolg een wijdverbreid misverstand dat organische meststoffen de opbrengst altijd meer zouden verhogen dan kunstmest met dezelfde meststoffen.
Verder is volgens haar nooit aangetoond dat het gebruik van kunstmest op de lange duur de bodemvruchtbaarheid aantast, zoals vaak wordt beweerd. Integendeel, de combinatie van kunstmest en dierlijke mest geeft de beste opbrengsten.
U zegt dat het effect van organische meststoffen, zoals dierlijke mest, vaak is overschat. Hoe wijdverbreid is het misverstand dat u constateert?
“Dat is heel wijdverbreid. Ik heb meer dan 1.000 experimenten met organische bemesting wereldwijd geanalyseerd. In bijna de helft daarvan werd geen correctie toegepast voor de N, P en K die met de organische meststof meekwamen in de bodem. Opbrengstverhoging werd daardoor vaak ten onrechte toegeschreven aan bodemverbetering door organische meststof. En dat zijn dan de wetenschappelijke rapporten. In de algemene pers kwam die nuancering meestal helemaal niet door.”
Zegt u eigenlijk dat organische meststof niks doet?
“Nee, dat zeg ik niet. Maar het effect wordt vaak overschat. Er zijn allerlei voordelen aan organische of dierlijke mest. Zoals verhoging van het organischestofgehalte in de bodem, structuurverbetering en het mogelijk vastleggen van CO2. Een hogere gewasopbrengst hoort daar alleen niet altijd bij, blijkt uit mijn onderzoek. Door een versimpeling van de onderzoeksresultaten is de boodschap vaak te positief voor organische meststoffen.”
De bodemvruchtbaarheid lijdt niet onder het gebruik van kunstmest
Is er nog verschil in effect bij verschillende grondsoorten of teelten?
“Ja, in specifieke situaties kan er wel een opbrengstverhogend effect zijn met organische bemesting, zoals bij aardappelen en bieten, in zandgrond en in sommige tropische bodems. Hier komt het dus ook aan op de kennis van de boer zelf: wat werkt hier in mijn situatie het best?”
Er is nog een voordeel aan gebruik van dierlijke mest: het is beschikbaar. Het past in de kringlooplandbouw.
“Waar het is, moet je het ook gebruiken, vind ik. In Nederland is veel mest. Maar enige nuancering is wel goed. Kunstmest zou niet passen in de circulaire landbouw. Maar dat kun je ook zeggen van de grootschalige import van veevoer in Nederland. Mijn analyse van het effect van mestgebruik op bodemvruchtbaarheid en gewasopbrengst wijst uit dat je net zo goed kunstmest kunt gebruiken als organische meststoffen.”
Hoor ik dat goed, kunstmest werkt even goed als dierlijke mest? Dat klinkt opmerkelijk in een tijd waarin iedereen af lijkt te geven op kunstmest.
“Ik heb een meta-analyse gemaakt van de resultaten van bemestingsproeven die tientallen jaren duurden in verschillende landen. Nergens blijkt een vermindering van gewasopbrengst als gevolg van meerjarig kunstmestgebruik. Mijn conclusie is dat de bodemvruchtbaarheid niet lijdt onder het gebruik van kunstmest.”