Doorgaan naar artikel

ToCV beheersen in teelt, elimineren bij teeltwisseling

Met elf besmette tomatenbedrijven verspreid over het land wordt de strategie om het Tomatenchlorosevirus meteen te elimineren verlaten.

Na de eerste uitbraak op drie bedrijven, eind november en december, stuurde de NVWA nog aan op eliminatie van het virus. Daarop zijn 25 gerelateerde tomatenbedrijven gemonitord. In de loop van januari liep het aantal besmette bedrijven op naar tien en is de aanpak aangepast. In februari is er nog een besmet bedrijf bijgekomen. De besmette bedrijven liggen verspreid over het westen van het land: in Zeeland (Terneuzen en Rilland), Zuid-Holland (Westland, Zuidplas) en Noord-Holland (Schiphol), bleek gisteren tijdens de tweede ToCV-bijeenkomst voor tomatenbedrijven in Venlo en Bleiswijk. Vrijwel alle bedrijven hebben belichte teelt.

Grootschalige survey in meerdere gewassen

NVWA is een grootschalig survey gestart waarbij in februari en maart tachtig tomatenbedrijven worden gemonitord, de helft in het Westland en de andere helft erbuiten (in beide gevallen twintig belicht, twintig onbelicht). “We hebben tot nu toe zijn acht bedrijven bezocht waarvan de resultaten nu worden geanalyseerd”, aldus directeur Wim van der Sande van de ‘National Plant Protection Organisation’ (NVWA) gisteren in Bleiswijk. In april wordt de survey uitgebreid naar veertig bedrijven met paprika of Spaanse peper en vijf auberginebedrijven. Ook deze zijn bekend als waardplant van het virus.

NVWA verwacht eind maart de survey op de tomatenbedrijven te hebben afgerond. “In mei weten we hoe de vlag erbij hangt voor de tomatenteelt en of we bij de volgende teeltwisseling het virus nog kunnen elimineren.” Hiervoor wordt dan een nieuw protocol ontwikkeld waarbij het ministerie van LNV gevraagd wordt om een bijdrage te leveren in de extra kosten, aldus Peter Verbaas van TuinbouwAlert, de samenwerking van sectororganisaties bij incidenten en crises.

Hele sector ogen open

Om zo snel mogelijk een beeld te krijgen van de verspreiding van ToCV roept TuinbouwAlert alle telers op om mee te helpen, regelmatig door het gewas te lopen en verdachte symptomen te melden. “Er is geen enkele reden om besmettingen niet te melden. NVWA gaat niet over tot ruimen van het gewas. Ook bij twijfel komen experts langs die hulp kunnen bieden”, aldus Van der Sande. Hij raadt aan bij twijfel foto’s te maken en materiaal op te sturen naar een laboratorium. Meldingen kunnen worden gedaan per telefoon: 0900 – 0388 of per email: planningfytogwb@nvwa.nl.

Het herkennen van het virus is niet eenvoudig, omdat de symptomen op magnesiumgebrek lijken. ToCV is voornamelijk te onderscheiden aan scherpe overgangen van gele naar donker groene plekken op het blad, knapperige blad. Bij zware aantasting ontstaan necrotische vlekken op blad. Maar voor het zover is dienen de planten al opgeruimd te zijn.

  • Bladvergeling door ToCV. Foto: GFH

    Bladvergeling door ToCV. Foto: GFH

  • In een later stadium zijn er necrotische vlekken te zien. Foto: GFH

    In een later stadium zijn er necrotische vlekken te zien. Foto: GFH

Alleen door wittevlieg overgebracht

Het ToCV kan alleen door wittevlieg (kaswittevlieg en Bemisia) worden overgebracht en niet via mechanische beschadigingen, zegt viroloog René van der Vlugt van Wageningen U&R. Het virus komt alleen in het vaatweefsel (bladnerven en stengel) van de plant voor. De wittevlieg steekt zijn snuit door de bladcellen tot in het floeem en neemt met het voedsel (suikers) ook virusdeeltjes op. Het virus komt vervolgens via het spijsverteringskanaal van de wittevlieg in de speekselklieren terecht en kan bij het aanprikken van de nerven van andere planten infecteren.

De wittevlieg kan het virus meerdere dagen meedragen en dan steeds nieuwe planten besmetten. De lange periode tussen besmetting en symptomen is een knelpunt. Van der Vlugt noemt een periode van zes weken, maar in de praktijk lijkt het zelfs langer te zijn. Het is niet bekend hoe snel het virus zich door de plant verspreidt en wanneer en waar het weer kan worden opgenomen door de wittevlieg. De besmette bedrijven wordt gevraagd de aantallen en locaties van de zieke planten wekelijks te registreren. Dit kan waardevolle informatie opleveren om te weten te komen hoe en hoe snel het virus zich verspreidt.

Beheersprotocol

Het bestrijden van het virus betekent in de eerste plaats zieke planten opruimen, de wittevlieg bestrijden, de populatie natuurlijke vijanden op oorlogssterkte houden en onkruidbestrijding in en om de kas. Van het virus zijn dertig verschillende waardplanten bekend waaronder zwarte nachtschade en grote weegbree. Voor de bestrijding van wittevlieg wordt wekelijks gespoten met een insecten-parasitaire schimmel (bijvoorbeeld Botanigard en Mycotal). In ieder pad zijn rollertraps opgehangen. Een populatie van zes Macrolophus per stengel is het minimum. Aanvullend worden Eretmocerus-sluipwespen ingebracht. Deze strategie werkt tot nu toe goed. De populatie wittevlieg is momenteel bijzonder laag op de besmette bedrijven. Op de bedrijven worden besmette delen afgescheiden met folie, een vaste werkvolgorde aangehouden en werkt het personeel apart. Zieke planten worden bespoten met zepen, ER2 en uitvloeier om witte vlieg af te doden, vervolgens doorgesneden en in gesloten zakken afgevoerd.

Alle besmettingen uit een bron

In eerste instantie volgde NVWA het spoor naar de plantenkweker die voor alle toen bekende besmette bedrijven de planten had opgekweekt. Inmiddels zijn het er meer dan een. “Het is dus niet zo dat de oorzaak bij de plantenkweker zou kunnen liggen. Wel zijn besmette jonge planten en besmette wittevliegen mogelijke infectiebronnen”, concludeerde Van der Sande op de bijeenkomst in Bleiswijk. Hoogstwaarschijnlijk zijn alle besmettingen wel terug te voeren op een bron. Uit onderzoek aan een fragment (circa 5%) van het genoom van het virus blijkt dat de sequentie op alle elf bedrijven hetzelfde is. “Dit deel van het genoom komt sterk overeen met isolaten uit met name Spanje”, zegt Ko Verhoeven van NVWA. “Maar om een goed oordeel te kunnen geven hebben we het hele genoom van het virus nodig. Dat onderzoek gaan we nog opstarten.”

Meer informatie is te vinden op www.tuinbouwalert.nl

Het productieverlies door ToCV is niet bekend. Maar gezien dit beeld (uit Italië) kan dat flinke proporties aannemen. Foto: NVWA

Het productieverlies door ToCV is niet bekend. Maar gezien dit beeld (uit Italië) kan dat flinke proporties aannemen. Foto: NVWA

Share this

Afbeelding
Gerard Boonekamp

oud-redacteur

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin