De teeltwisseling van de vroegste belichte teelt (op de nieuwe tuin in Berkel en Rodenrijs, 7 ha) van grove trostomaten heeft bij Solyco in Bergschenhoek al in week 34 plaatsgevonden. De tweede tros (ras Merlice) bloeide vorige week.
“De eerste 2 trossen zijn wat rommelig aangelegd met vertakkingen en onregelmatige vorm. Het snoeien zal veel extra werk geven”, verwacht Gertjan van der Spek. De oude teelt had een dramatisch einde. Door de slechte prijzen had het geen zin meer om ze handelsklaar te maken.
Dit heb ik sinds de Ehec-crisis niet meer meegemaakt
“De vruchten van zo’n oud gewas zijn ze net een tikkeltje minder. Dus die willen ze al helemaal niet hebben als de goede tomaten al voor 5 cent per kilo te koop zijn. We hebben daarom de laatste 6 kilo per vierkante meter in kisten geoogst en in de container gegooid. Dit heb ik sinds de Ehec-crisis niet meer meegemaakt.” Het rendement van deze hele teelt op de nieuwe tuin in Berkel en Rodenrijs is sinds het voorjaar steeds verder achtergebleven. “Gelukkig was de start nog behoorlijk goed. Tussen half oktober en de week na kerstmis waren de prijzen goed.”
Tik van de hitte
De andere belichte teelt van grove trostomaten (ras Merlice, 6 ha) zal in week 40 geruimd worden. Het gewas heeft de hitte goed overleefd. Maar de laatste weken blijft de productie steken op 1,5 tot 2 kilo per vierkante meter. ”Dat is zo’n halve kilo te weinig. De plant heeft toch een tik gehad van de hitte. De zetting is moeilijker gegaan, het blad werd korter en er is meer energie gaan zitten in de verdamping. De totale productie zal 1 tot 2 kilo per vierkante meter lager uitkomen dan vorig jaar.”
Vorige week is voor het laatst blad gesneden. Er hangen nog 5 of 6 bladeren aan de plant. De resterende tijd zal hij wat warmer telen dan normaal in het najaar. “Ik wil de vaart erin houden zodat de tomaten niet te grof worden en er goed afkomen.”
Schoon eindigen
Nog meer dan andere jaren probeert hij zo schoon mogelijk te eindigen. “We hebben dit jaar voor het eerst Nesidiocorus-roofwantsen en in de ruim 60 feromoonvallen vinden we nog steeds veel Tuta’s. We gaan dus door met bestrijden met Vertimec en Gazelle.” Door de bestrijding van Nesi is ook de Macrolophus-populatie om zeep geholpen. Desondanks is de wittevliegdruk laag, maar hij is alert. In deze teelt zijn een paar verdachte planten met tomatenchlorosevirus (ToCV) gevonden.
ToCV op 10% oppervlakte
In de vroegste belichte teelt werd al vrij vroeg ToCV gevonden. Geleidelijk zijn de hoeken groter geworden en besloegen uiteindelijk zo’n 10% van de oppervlakte (totaal 7 hectare). “In het begin viel de schade mee, maar in het laatste deel zag je dat het gewas duidelijk zwakker werd.” Om het virus geen nieuwe kans te geven heeft hij de laatste weken van de teelt veel werk gemaakt van het opruimen van de wittevlieg (en Nesidiocorus en Tuta). Tijdens de teeltwisseling is de loopfolie verwijderd en is 2 keer een ruimtebehandeling uitgevoerd tegen overgebleven insecten. “Je zag heel wat beestjes op de grond liggen. Maar een paar dagen na het planten zat Tuta er al weer in. Dat hou je niet tegen omdat de ramen open staan.”
Neusrot in pruimtomaten
Bij de pruimtomaten (ras Prunus, 4,3 ha) heeft de zomerse hitte de grootste sporen achter gelaten. “We hebben heel veel neusrot gehad en zijn er nog steeds niet vanaf. Maar bovenin het gewas ziet het er weer goed uit.” De vruchten met neusrot worden bij het plukken apart in kisten gedaan. De goede vruchten gaan in de onderlosser. “Er komen wel 4 tot 5 volle kisten uit een pad. Over 6 weken verspreid gaat het om 2 tot 3 kilo per vierkante meter.” Opvallend is dat een van de proefrassen, Romindo van Syngenta, veel minder last heeft van neusrot. “Dat is een serieuze kandidaat. We hikten altijd aan tegen zijn grofheid. Maar dat is misschien wel op te lossen met een hogere stengeldichtheid.”
Natriumcijfer was 15
Het gewas had het tijdens de hitte zichtbaar moeilijk. Het blad krulde op zodat de plant minder hoefde te verdampen. Mogelijk dat toch heeft meegespeeld dat de omgekeerde osmose pas begin juni in gebruik kon worden genomen. Daarvoor is veel kraanwater en water uit de ondergrondse waterberging gebruikt. “Het natriumcijfer liep op tot 15 millimol. De eerste neusrot is hier mede door ontstaan. Je zag ook dat de groei wat achterbleef.”
Lage plaagdruk
Bij de pruimtomaten is vorige week de kop uit de plant gehaald. “In de laatste week van november plukken we de laatste.” Het gewas staat er inmiddels weer fris op. De klimaatregeling was er tijdens de hitte vooral opgericht om zoveel mogelijk vocht te sparen. Nu wordt er weer ruimer gelucht. “Tussen 11 en 15 uur wil ik nog wel een temperatuurpiek van 22 graden hebben. Maar de voornacht gaat snel naar 12 graden en de nanacht staat op 17 graden.” Van 3 tot 15 uur staat een minimum buis ingesteld van 42 graden, die er overdag uitgaat onder invloed van de raamstand en de instraling.
Als je zo weinig spuit dan komt galmijt toch gemakkelijk weer opzetten. Het blijft een lastige plaag
De plaagdruk in de pruimtomaten valt erg mee. “Je ziet de hele zomer door al veel Macrolophus waardoor wittevlieg, Tuta en rupsen weinig kans krijgen.” Eind augustus heeft hij wel zwavel gespoten tegen galmijt. “Als je zo weinig spuit dan komt galmijt toch gemakkelijk weer opzetten. Het blijft een lastige plaag.”
Auteur: Gerard Boonekamp