De druk van koolmot, trips en koolvlieg is dit seizoen hoog. Het noopt telers tot regelmatige bespuitingen om ze onder de duim te houden. De eisen die aan de toepassing van Benevia worden gesteld, maken dat het middel in de praktijk lastig inzetbaar is.
De druk van koolmot is dit jaar niet zo groot als in ‘rampjaar’ 2016, maar door de aanhoudende warmte is deze wel aanzienlijk. De druk van trips is perceelafhankelijk, maar bij percelen spruitkool in de buurt van luzerne en uien extreem hoog.
Artikel gaat verder onder de foto‘s.
De derde generatie koolvlieg is de tweede snel opgevolgd, volgens het koolvliegvoorspelmodel was de start van de derde generatie einde week 32 en de tellingen in de koolvliegvallen van de CZAV bevestigen dat. Dat is extreem vroeg, want normaal dient de derde generatie zich pas in de tweede of derde week van september aan.
De oorzaak zit in de hoge temperaturen in de afgelopen 2 maanden, waardoor de cyclus van koolvlieg zich versneld voltrekt. Er is zelfs nog kans op een (uitzonderlijke) vierde generatie dit jaar. Dat maakt dat ook de aandacht voor dit insect niet mag verslappen, houdt CZAV-adviseur Maurits van der Hout zijn gehoor voor tijdens een door Vollegrondsgroente.net en CZAV georganiseerde excursie op het bedrijf Van Putten Agro in Dirksland.
Moeilijke omstandigheden
Tijdens de hitteperiode vormde de bestrijding van insecten een lastig probleem. De koppen van de spruitenplanten waren gesloten en de gewassen groeide matig, ondanks beregenen. Overdag was het te warm voor een bespuiting. Eigenlijk leveren die het beste resultaat op een goed groeiend gewas, dus na een beregeningsbeurt, maar dat is praktisch moeilijk uitvoerbaar. Nu er natuurlijke neerslag is gevallen, zijn de gewassen gaan groeien. Daardoor werken middelen beter en zijn deze ook makkelijker in de koppen van de planten te krijgen.
Maatregelen voor gebruik Benevia
CZAV adviseert Benevia als sterkste middel tegen trips en de rupsen van de koolmot. Het beste alternatief tegen aanwezige rupsen is Tracer, afwisselend met Calypso. Telers mogen Tracer maximaal 4 keer per seizoen gebruiken. De voorwaarden voor het gebruik van Benevia maakt het gebruik voor de praktijk lastig. Het is uitsluitend toegestaan bij het nemen van één van de volgende maatregelen:
- Een sleepdoek met minimaal 50% drift-reducerende spuitdoppen, met inachtneming van een teeltvrije zone van ten minste 200 centimeter (gemeten vanaf het midden van de laatste rij of de laatste plant in de rij tot aan de perceelsgrens/insteek van de sloot).
- Een lage spuitboomhoogte (maximaal 30 centimeter boven de top van het gewas) met driftarme Venturi-doppen in combinatie met een kantdop en luchtondersteuning, met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste de genoemde 200 centimeter.
- Een conventionele spuit met minimaal 50% driftreducerende spuitdoppen in combinatie met een kantdop en Hardi TwinForce luchtondersteuning, met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste de genoemde 200 centimeter.
Tijdens de bijeenkomst hielden spruitentelers een vurig pleidooi voor het aanpassen van deze maatregelen, zodat Benevia gemakkelijker inzetbaar wordt. Omdat de werking tegen trips en koolmot goed is, kan het de inzet van andere middelen beperken en per saldo minder inzet van middelen opleveren. Dat is wat de telers met de aanpassing beogen.
Nieuwe middelen in volgende seizoen
De toelating van nieuwe, goed werkende middelen kan daaraan bijdragen. Naar verwachting krijgen 3 middelen een toelating voor het volgende seizoen. Een daarvan is geschikt voor de aanpak van koolmot en koolvlieg in de eerste 8 weken na planten en 2 middelen zijn geschikt voor de bestrijding van wittevlieg en bladluizen.