Ik was laatst in Delft bij de presentatie van de visie over de toekomst van de land- en tuinbouw. Minister Carola Schouten hield daar een pleidooi voor circulaire landbouw en hoe wij als sector moeten gaan ondernemen.
Overigens is het niet háár visie, want het rapport is samengesteld door de sector zelf, in samenwerking met en in opdracht van het Ministerie van LNV. Ook ik heb daaraan bijgedragen, want ik was op 2 bijeenkomsten die mede input hebben gegeven aan het rapport.
Minister Schouten is zichtbaar
Onze minister blijkt zeer toegankelijk en in haar eerste periode is ze ook goed zichtbaar. Ik vind echt dat ze een pluim verdient. Wat ik vooral goed vind, is dat ze optreedt. Ze staat vaak op de agrarische bühne en als er misstanden zijn, dan treedt ze op. Dat het soms te streng is geeft helemaal niet, want dat heeft de agrarische sector soms nodig en kordaat optreden hoort bij haar functie.
Gebruik van grond een van de meest besproken items
Het rapport is wel enigszins vrijblijvend. Als we iets van het rapport willen realiseren, zijn maatregelen nodig. Een voorbeeld daarvan is hoe wij omgaan met de grond waarin wij onze producten telen. Vruchtwisseling zou op veel grotere schaal moeten worden toegepast, maar hoe kun je de sector dat nu opleggen terwijl er steeds minder grond beschikbaar is? En als de grond die beschikbaar is, mede vanwege de hoge kosten, te veel wordt belast? Het gebruik van grond is een van de meest besproken items van de laatste tijd, maar sancties op niet goed grondgebruik zijn er helemaal niet. Dat is ook moeilijk uitvoerbaar, maar met vrijblijvendheid los je niets op.
Vollegrondsgroentesector vaak onderbelicht
Ik heb ook nog persoonlijk met de minister gesproken en haar gevraagd of de visie ook rekening houdt met een eerlijke benadering en behandeling van iedere sector en binnen iedere sector. Zoals jullie weten ondernemen wij in de vollegrondsgroentesector en juist deze tak van de agrarische sector blijft vaak onderbelicht. Dat komt overigens voor een groot deel ook door de sector zelf, moet ik bekennen. Binnenkort ben ik weer op een discussieavond waar de minister aan meedoet. Ik hoop dat ik dan opnieuw een steentje kan bijdragen.