Huisvesting voor fruitplukkers niet jaarrond vol

Een Brabantse zachtfruitteler mag huisvesting bouwen voor 54 arbeidsmigranten, maar mag die alleen gebruiken voor arbeid op die bedrijfslocatie.

Dat betekent dat buiten momenten van piekarbeid de huisvesting niet volledig benut mag worden voor arbeidsmigranten voor andere bedrijfslocaties van de teler. Dat oordeelt de Raad van State in een hoger beroepszaak van de teler tegen de gemeente Etten-Leur. Die gemeente heeft aan het bestemmingsplan een beperking toegevoegd om overlast voor omwonenden te voorkomen. De teler stelt voor een efficiënte bedrijfsvoering de arbeidsmigranten steeds op wisselende locaties te willen inzetten en wordt door het besluit van de gemeente daarin nu beperkt.

Meerder locaties

Door uitsluitend voor die bedrijfslocatie te huisvesten mag de huisvesting niet het hele jaar vol met arbeidsmigranten zitten. De teler heeft andere locaties met andere huisvesting. Etten-Leur mag volgens de Raad van State nadere voorwaarden aan een bestemmingsplan stellen en daarmee het belang van omwonenden meenemen in het bestemmingsplan. De vrees bestaat dat de overlast kan ontstaan door verkeersbewegingen en verveling bij de bewoners buiten de piekmaanden. In West-Brabant willen telers meer ruimte in ruimtelijke ordening.

Geen afstandsbepaling

De teler stelt dat hinder voor omgeving niet bestaat als een afstand van 50 meter tot omwonenden wordt aangehouden. Volgens de Raad van State is dat een globale aanwijzing en geen wettelijk voorgeschreven afstandsbepaling. In dit betreffende geval zou overlast voor omwonenden kunnen ontstaan. Buiten het piekseizoen zou er werk zijn voor 20 mensen op de betreffende bedrijfslocatie.

De Raad van State zegt in de uitspraak niets over handhaving voor de regels voor bewoning van de nieuwbouw.