Midden in de Betuwe in het plaatsje Ingen heeft Elze-Lia Visser een biodynamisch kleinfruitbedrijf. Het bedrijf omvat 3 hectare, waarvan 1,8 hectare in productie met bramen, frambozen, pruimen en kiwibessen. Vorig jaar is het gedeelte met kersen weggehaald, vanwege de toenemende druk van de Suzuki-fruitvlieg.
Alles op dit fruitbedrijf staat in de grond. De bodem is een allesbepalende productiefactor in de biodynamische teelt, dus ook bij de bramen en frambozen. “En het liefst voor meerdere jaren, zolang de plant vitaal blijft en voldoende oogst geeft.” vult Visser aan.
Grond open trekken
Deze weken in januari is het voor Visser wachten op droog weer en het opdrogen van de grond. Er moet nodig een stuk bramen geplant worden, voordat de sapstroom in de planten op gang komt. Maar eerst is het zaak de grond te bewerken. Achter de trekker met brede gazonbanden, voor het verlagen van de druk op de bodem, komt een rolhak om de grond open te trekken en deels het onkruid alvast aan te pakken. De schoffel gaat er pas achter als de grond echt goed droog is.
Teeltrotatie voor bodemkwaliteit
Visser verwachtte in week 2 dat het planten in de tweede helft van die week wel zou lukken. “Het nieuwe stuk dat ik ga planten levert past na twee jaar de eerste bramen. Daarom laat ik het oude perceel nog intact. Door steeds de bramen op een andere plek te zetten, ontstaat er een teeltrotatie wat goed is voor de bodemkwaliteit”, zo geeft Visser aan.
Snoeien kiwibessen en Chester
Tussendoor kan ze de kiwibessen snoeien. De kiwibessen hebben vorig jaar flink geleden onder de kou, waardoor de groei niet extreem is. “Maar de hoeveelheid knoppen ziet er hoopgevend uit.” Ook het snoeihout van de Chester-bramen wordt deze weken opgeruimd, zodat de ziektedruk laag blijft. Normaal gaat al het snoeihout bij de planten door een versnipperaar. Dit jaar is het snoeihout van de Chester-bramen uit de boomgaard weggehaald omdat de druk van bramengalmijt te hoog werd. Visser voegt daaraan toe: “Dat hoop ik slechts eenmalig te doen. Het versnipperde hout kan het beste weer ter plekke verteren en aan de bodem worden teruggeven.”
Auteur: Eveline Westeneng