‘Zuid-Holland als koploper circulaire tuinbouw’

Zuid-Holland kan koploper worden in de transitie naar een moderne circulaire tuinbouw (en landbouw).

Daarvoor onderscheidt onderzoeksbureau Royal Haskoning zes kansen. Zo zou de tuinbouw goede kansen hebben om grondstoffen te leveren aan de industrie. Hernieuwbare grondstoffen kunnen een deel van de fossiele grondstoffen waar de (petrochemische) industrie nu grotendeels op draait vervangen. Daarvan zou de landbouwsector een deel van de hernieuwbare biogrondstoffen kunnen leveren.

Reststromen uit de landbouw hebben de meeste potentie om als bulkbiogrondstof voor de industrie te dienen. De tuin- en landbouw in Zuid-Holland produceren jaarlijks 4,3 Mton reststoffen, terwijl de grote industriële bedrijven 100 Mton bulkgrondstoffen gebruiken.

Omdat de landbouwproducten een hoge toegevoegde waarde hebben, zijn deze primair geschikt voor voedsel- en hoogwaardige fijnchemie toepassingen. Royal Haskoning deed het onderzoek in opdracht van de provincie Zuid-Holland.

Klimaatneutraal

De glastuinbouw heeft de beste papieren om als sector energieleverancier te worden via geothermie. Ook kan de glastuinbouw goed symbiose aangaan met andere sectoren voor hergebruik van . Ook het recyclen van steenwol is bijna volledig als het wordt ingeleverd en verwerkt in o.a. bakstenen, stellen de onderzoekers.

800.000 ton glasgroente

Meer dan de helft van het Nederlandse glastuinbouwareaal bevindt zich in Zuid-Holland. Het grootste oppervlak van de glastuinbouw in Zuid-Holland gaat naar bloemkwekerij-gewassen (53%) en glasgroenten (44%). De economische waarde van de sector is ongeveer € 2 miljard, waarvan ca € 1,4 miljard voor snijbloemen en potplanten en € 0,6 miljard voor glasgroenten.

In totaal wordt er ruim 800.000 ton aan glasgroenten geproduceerd. Tomaten en paprika’s worden veruit het meest geteelt; opgeteld 80% van het tonnage. Op afstand volgen aubergines en komkommers (beide circa 5%). Naast plantaardig afval dat vrijkomt bij de productie van glasgroenten (circa 100 kiloton), komt er jaarlijks ook ruim 100 kiloton steenwol-substraat vrij waarop de groenten gekweekt worden. Bij de snijbloemen en potplanten komt er eveneens circa 100 kiloton aan plantaardig afval vrij.