Voor investering in Dover om handel met Oostende en Rotterdam te vergroten bij een harde brexit is € 1,1 miljard nodig.
Dat stellen leden uit het kabinet van premier Theresa May van het Verenigd Koninkrijk. Dat geld is nodig voor opslag van goederen en snellere afhandeling in Dover. Bij een harde brexit wordt gevreesd voor grote opstoppingen van vracht uit Calais.
Als de capaciteit van doorvoer vergroot, kan Dover de handel met Rotterdam en Oostende laten groeien en zo minder afhankelijk worden van Calais, stellen het kabinetslid Dominic Raab, verantwoordelijk voor brexit en Chris Grayling, verantwoordelijke voor transport.
Grenscontroles
Zij willen daarbij ook nieuwe IT-systemen installeren. De Britten hebben geen controle over de lijn Calais-Dover. Zij vrezen dat als de Fransen straks Britse goederen gaan controleren bij de grens dit voor grote vertragingen gaat zorgen. Ook de invoer naar Dover wordt daardoor vervolgens gestremd. Daarvoor zouden meer ferry’s moeten worden ingezet.
May onder grotere druk
May ligt onder steeds grotere druk om niet in te gaan op plannen van de EU waarmee Engeland voor onbepaalde tijd een ‘kolonie’ wordt van de EU. Haar kabinet wil een duidelijke termijn waarop Engeland uit de EU stapt. De vrees voor een harde brexit mag niet de overhand krijgen, waardoor May voorwaarden accepteert die niet in het belang zijn van het Verenigd Koninkrijk, aldus de ministers in de Britse krant The Times.