‘De zomer is nog steeds merkbaar’

De oogst van rabarber in de verduisterde kas startte bij De Rond Agro in Hoeven op 11 oktober. Momenteel wordt in 3 plantingen tegelijk geoogst, vertelt Rob de Rond.

De planten voor de eerste oogst werden 3 weken tevoren naar binnen gebracht, de planten voor de tweede en derde oogst volgden steeds met een interval van 2 weken. De planten worden in kuubskisten in de kas gereden, en handmatig op de grond gezet.

40 dagen koelcel

In totaal staan er nu 4 plantingen in de kas, daar komen de komende tijd nog 4 bij. Deze pollen moeten nog gerooid worden, gevolgd door een verblijf in de koelcel om koude te vangen. Dat koelcelverblijf duurt ongeveer 40 dagen bij 0 graden Celsius.

De planten hebben te lijden gehad van de hitte en droogte in de zomer

Het is eventueel ook mogelijk de planten bloot te stellen aan natuurlijke koude, in de open lucht, maar dat is niet ideaal in een opzet die De Ronde aanduidt als ‘planmatig telen’. Het ras voor de kas is Goliath, dat geeft de mooiste kleur en de hoogste productie, voor de productie in de buitenteelt wordt gekozen voor het ras Frambozen Rood.

Finesses maken het verschil

Er wordt dagelijks geoogst, waarbij merkbaar is dat de planten te lijden hebben gehad van de hitte en droogte in de zomer. “De stengels zijn dunner en de kwaliteit is wat minder. Alles bij elkaar geeft dat zo’n 20% opbrengstderving, terwijl je er meer werk in moet steken. In de prijs wordt dat niet goedgemaakt.”

Bij rabarber is nog steeds relatief veel onbekend

Ook in jaren als het weer wel meezit, is de winterproductie behoorlijk risicovol, geeft De Rond aan. Dat risico betreft met name de eerste teelten waarvan de productie en het financiële resultaat minder blijven dan verwacht. “Forceren betekent feitelijk dat je het gewas voor de gek houdt. Dat gebeurt met meer gewassen, maar dan is vaak tot in de finesses bekend wat je moet doen of laten. Bij rabarber is nog steeds relatief veel onbekend. En het zijn juist de finesses die het verschil kunnen maken tussen geld verdienen en geld verliezen.”

Auteur: Joost Stallen