Halverwege week 26 hangen er nog ongeveer 7 stamkomkommers aan het in week 22 tussengeplante gewas bij Wim van den Berg in Bleiswijk.
Als ras staat er opnieuw Laureen. “Het was een grote plant, die snel aan de draad was. Net voor een weekend hebben we het oude gewas schoon geplukt. Op de volgende maandagochtend hebben we de tweede helft van de vorige teelt geruimd. Daarna is er omgehangen. Op woensdag hebben we de eerste vruchten weer gesneden. Voorheen zochten we het grensje nog meer op, en sneden we het gewas pas na het weekend leeg, zodat je helemaal zonder oogstgaatje in productie kon blijven. Maar die weg hebben we verlaten. Je haalt je dan ineens zo veel arbeid op de hals. We kiezen nu voor iets meer rust en ietsje netter werken.”
De onderste vruchten waren behoorlijk lang, maar nu aan het middenstuk van de stam zijn ze weer wat korter. “Bovenin worden ze ook altijd weer wat langer.”
Daksproeiers inzetten
Het gewas kan de warme periodes tot nu toe redelijk aan. Net na een omslag naar zonnig weer worden de planten even een aantal uurtjes geholpen met het wegschermen van de ergste instraling. “Het nadeel is dat er toch altijd banen open blijven. De temperatuur in de kas kan daar behoorlijk ongelijk door worden, zeker als het hard waait. Daarom gebruik ik het schermdoek slechts heel sporadisch. We proberen het vooral zoveel mogelijk op te lossen met de daksproeiers.”
De ranken, die nu overgelegd worden, komen er goed uit. “In de derde teelt willen die nog wel eens dun zijn. Maar dat is nu niet het geval. Het zijn nu meer mei-omstandigheden: niet echt warm, maar wel zonnig.”
Redelijk koel te telen
Er wordt redelijk koel geteeld. Dat lukt nog aardig. “Het is wel best zonnig, maar nog niet echt ontzettend warm. Het lukt om de etmaaltemperatuur rond de 22 graden te houden.” Aan instellingen staat er een voornacht in van 19 graden en een nanacht van 20 graden. Overdag is dat 21 graden. Met luchten mag de temperatuur op de middag tot zo’n 26 graden oplopen. “Dat vinden we wel genoeg en het maximum. Daarboven staan de ramen volledig open. We proberen nog wel een beetje te knijpen op vocht, maar de temperatuur blijft toch een beetje leidend.”
Er wordt een CO2-niveau van ongeveer 500 ppm gerealiseerd, door 200 kilo per uur per hectare te doseren. Dat is OCAP met nog een beetje ketel-CO2 erbij.
De EC in de mat zit rond de 3 mS/cm. Er wordt 3 EC meegegeven, met een lichtverlaging van een halve punt. “Het gewas neemt nog best veel voeding op. Maar met echt zonnig weer durf ik wel wat lager mee te geven.”
Plagen onder controle
Qua insecten is alles wel aanwezig, maar het blijft redelijk onder controle. “We hangen regelmatig swirskii uit, en de spintroofmijten zijn bij de tussenplanting goed overgestapt naar het nieuwe gewas. We hadden wel iets meer rupsen als we dachten. Daar hebben we wat schade van gehad, maar het valt wel mee. Het is met Steward en Nomolt opgelost. Waarbij we teruggevallen zijn op Nomolt, omdat Steward wat minder werking had als dat we gewend waren.”
Auteur: Peter Visser