Op het nog jonge, wat schimmige terrein van biostimulanten zijn duidelijke regels nodig.
Het schaamrood stond de biologische telers in 2016 op de kaken. In de natte, warme zomer voelden zij zich machteloos tegen de infectiedruk van schimmels. Zij vonden toevlucht in koperoxychloride, een middel dat legaal in enkele teelten als bladmeststof mag worden gespoten, maar nadrukkelijk niet als gewasbeschermingsmiddel.
Roep om regels
Zoals zo vaak komt met het schandaal de roep om regels. En ook dit keer. Burger, consument, politiek en bedrijfsleven willen duidelijkheid over wat nu wel en niet mag. Het geldt zeker ook op het nog jonge, wat schimmige terrein van biostimulanten.
Voor gewasbescherming is de weg al wel geasfalteerd. Toelatingsinstantie Ctgb hanteert strakke regels voor werking, toediening, veiligheid en residuen.
Desondanks groeit de kritiek. De tuinbouw werkt aan robuustere gewassen, verbeterde teelt- en klimaattechnieken. Daarin past ook het gebruik van biostimulanten.
Brussel komt met verordening
Een rijke schare fabrikanten claimt met biostimulanten de weerbaarheid van planten te verhogen of de bodem te verbeteren. Tot wel 1.000 middelen circuleren! Maar hoe scheid je nu het kaf van het koren?
Brussel doet een poging met een verordening, misschien al in 2020. Er komen categorieën. Het is straks aan nationale normcommissies (NEN) om deze in te vullen. De normen gaan over ‘werkzame’ stoffen en de veiligheid voor mens en milieu, helaas niet over de effectiviteit. Het NEN-‘keurmerk’ houdt platte kwakzalvers buiten de deur, maar biedt ook geen garantie voor de werking.
Onderzoek naar effectiviteit biostimulanten
In Wageningen wordt onderzoek gedaan naar de effectiviteit. Kort door de bocht: de resultaten vallen nogal eens tegen. Maar soms werkt het ook wel, vooral als de stimulanten van nature al in de plant of in de bodem aanwezig zijn.
Het is dus even wennen voor de klassieke tuinbouw dat het resultaat niet direct zichtbaar is. De inzet van biostimulanten vergt een andere benadering. Garanties over het effect zijn er voorlopig niet; de tuinder zal die voorlopig nog zelf proefondervindelijk moeten ervaren.