“Evenals andere Zelfstandige Bestuursorganen is blijkbaar nu ook de NMa bezig met het zoeken naar een manier om zich alsnog te profileren en de hoge kosten van het instituut voor de belastingbetaler te rechtvaardigen. Met een aanval op onze land- en tuinbouw.”
Door de open grenzen is er tegenwoordig weinig meer te doen voor de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Er is immers geen sprake meer van dat ondernemers of coöperaties in ons kleine Nederland met hun producten een monopoliepositie op de wereldmarkt zouden kunnen innemen.
Er wás werk aan de winkel voor concurrentiewaakhond NMa, toen banken en verzekeraars middels een tsunami van regels en eisen een groot aantal kleine en grotere administratiekantoren het voortzetten van hun belangrijke financiële adviesfuncties onmogelijk gemaakt hebben. Vele duizenden ondernemers en particulieren in Nederland waren daardoor binnen korte tijd hun ervaren en vertrouwde administratiekantoor, verzekeringsadviseur en belastingconsulent kwijt en kwamen dan soms terecht in de handen van een bank met ‘snelle jongens’.
Het getuigt niet van werkelijkheidszin bij de NMa om nu een groep kwekers van zilveruien het recht te ontzeggen om samen uit te maken hoeveel zilveruien zij zullen gaan zaaien. Het is een grondrecht van kwekers in een vrije markt om zelf uit te maken wat, hoeveel en wanneer zij zullen gaan zaaien. Daarvoor mogen en moeten zij her en der zo veel mogelijk informatie vergaren, ook van collega’s en van concurrenten.
Bij zilveruien gaat het om een relatief klein product en een beperkte afzet, er zijn niet veel verwerkende fabrieken. Het is in ieders belang dat in onze vrije markt met verstand wordt gezaaid: te veel resulteert in verspilling en prijsbederf en ook te weinig zaaien resulteert in een te lage opbrengst die concurrenten aanlokt en dus ook in prijsbederf. Een monopolie is ondenkbaar want in Italië en in Marokko weten ze ook raad met zilveruien, heel grote percelen en lage lonen in Marokko.
Paprika is een veel groter artikel dan zilveruien waarbij eveneens een monopolie onmogelijk is. Ook bij paprika is de goede positie van Nederland op de markt uitsluitend te danken aan de betere kwaliteit en presentatie van de paprika en de betrouwbare leveringen. De NMa beseft blijkbaar niet dat er in ons grote buitenland coöperaties zijn die in hun eentje, gedurende een periode, veel meer paprika kunnen leveren dan al de Nederlandse paprikakwekers bij elkaar. In plaats van te zoeken naar mogelijkheden om onze agrarische industrie te bestrijden kan de NMa zich beter inzetten om de sector te helpen.
Niets horen we van de NMa als het gaat over de valse concurrentie met importproducten die niet zijn geproduceerd onder de Nederlandse strenge sociale, fiscale en arbo-regels en onder handhaving van de milieuvoorschriften waaraan de kwekers in Nederland wél moeten voldoen. Ook transportbedrijven in de sector verliezen hun werk en chauffeurs hun baan omdat de NMa niet ingrijpt bij de valse concurrentie van buitenlandse chauffeurs en discriminerende regels tussen diverse landen.
In de lopende procedures zal het recht van de kwekers op termijn zeker zegevieren. Maar omdat de NMa de strijd voert met belastinggeld en daardoor niet zal schromen om in hoger beroep en nog verder door te gaan, is het mogelijk dat hun jarenlange strijd toch slachtoffers zal eisen.
Dat een ZBO zelf sancties kan opleggen en met belastinggeld kostbare procedures kan aanspannen is een wantoestand. Zij missen meestal de noodzakelijke juridische expertise en gaan op de stoel van de rechter zitten met nog meer procedures en grote schade voor het bedrijfsleven tot gevolg.