Mieky Vollenberg in Castenray gaf half december aan dat van de prei onder het microklimadoek op plaatsen het blad en de stengels waren gebroken door het gewicht van sneeuw en ijs.
Op 10 januari staan deze plekken er uiteraard nog steeds gebroken bij, maar de schade lijkt mee te vallen. “De stand van de overige prei lijkt, ondanks de vele neerslag en de stevige wind, redelijk goed. De meeste prei zicht echter onder bedekking, daarom is het wat moeilijk in te schatten. We zien wel wat rode strepen op de schachten, omdat het relatief warm is voor de tijd van het jaar, zeker met oud en nieuw was het warm. Je ziet rode strepen in het ras Poulton waarin we nu aan het rooien zijn. Dat komt mede ook omdat die zo hard gegroeid is. Hoe het bij Harston zit, kan ik niet zeggen, want dat kun je onder de bedekking niet goed zien. Wel is dat ras pas laat geplant.” Tot problemen bij het rooien hebben de natte omstandigheden niet geleid. “We rooien nu op de hoger gelegen percelen, de lagere percelen zijn eerder al gerooid.”
Kritisch kosten bekijken
In de aanpak van de teelt of afzet gaat Vollenberg in 2018 weinig veranderen. “We gaan nog eens heel kritisch kijken naar de kostenkant en we nemen de rassenkeuze voor het seizoen 2018/2019 goed onder de loep. Aan de afzetkant zal er niets veranderen, we blijven dat doen via P. Seelen in Grubbenvorst.”
Teler bepaalt, maar…
Als voorzitter van de preigewasgroep geeft ze haar visie op 2018. “Het zal een jaar worden waarin er veel kan, misschien wel moet veranderen. Er is gewoon te veel prei, zeker als zich nergens problemen voordoen. Veel landen om ons heen zijn zelfvoorzienend aan het worden, dat betekent dat we het niet van de export moeten hebben. Uiteindelijk bepaalt natuurlijk iedere teler zelf hoeveel prei hij wil telen, maar laad je daarbij niet leiden door ‘wat als’ of ‘misschien als’…
Auteur: Stan Verstegen