Transitievergoeding voor medewerker paprika

Een Brabants uitzendbureau moet een oud-medewerker een transitievergoeding van ruim € 1.000 betalen na een dienstverband van 24 maanden op een paprikabedrijf.

Het uitzendbureau was van mening dat een transitievergoeding onnodig was omdat de medewerker andere functies werd aangeboden. De transitievergoeding is bedoeld om de medewerker te compenseren voor het verlies van een arbeidscontract buiten zijn eigen schuld.

Toen de medewerker deze alternatieve functies weigerde, zou het recht op transitievergoeding vervallen, stelde de het bureau. De medewerker heeft tegen het uitzendbureau van de teler een zaak aangespannen en gewonnen.

Initiatief bij werkgever

Volgens de rechter gaat het initiatief voor het beëindigen van de arbeidsovereenkomst ook in dit geval uit van de werkgever en is daarmee een transitievergoeding vereist. De medewerker was aangesteld met een bruto uurloon van € 10,58 per uur en een maandloon van € 1.308. Daarop baseert de rechter de transitievergoeding. De uitzender moet de medewerker een deugdelijk overzicht sturen van de bruto/netto berekening van de transitievergoedingberekening.