Op vakantie neem ik mij voor om al het bedrijfsmatige even te vergeten. Dan sla ik het luchtvaartmagazine open.
De Fruit logistica-koorts is weer voorbij, de stands zijn afgebroken en een enorme hoeveelheid groenten en fruit werd verdeeld over de Berlijnse voedselbanken. En wij … wij gingen op vakantie. Voor vijf dagen lieten we het bedrijf in bekwame handen achter en namen het vliegtuig naar een zonnige bestemming voor een vroegtijdige zomerprik.
Ik vlij mij in mijn vliegtuigstoel met het voornemen al het bedrijfsmatige even te vergeten en te verdwijnen in het heerlijke nietsdoen.
‘Ik verbaas me al gauw over de vooropgestelde lasten van dit kwaliteitslabel’
In het luchtvaartmagazine wordt reclame gemaakt voor Vlaamse groenten en fruit. Mijn aandacht wordt getrokken door een ietwat ongeloofwaardige foto over de tomatenteelt. Het onderschrift ‘label of excellence’ brengt mij, ondanks eerder gemaakte voornemens, naarstig aan het lezen. Ik verbaas me al gauw over de vooropgestelde lasten van dit kwaliteitslabel. Niet dat er echt grote onwaarheden worden geponeerd, maar wat hier als excellent wordt omschreven, beschouwen wij en velen met ons eerder als een olympisch minimum. In een door velen onderschreven lastenboek ligt de drempel eerder laag opdat de grote groep eraan zou kunnen voldoen.
Meer marketingtool dan keurmerk
Het keurmerk is eerder een marketingtool geworden met een voor de consument herkenbaar gemaakt logo. Daar is op zich niets mis mee. Maar moeten wij als producenten en als sector de lat niet hoger leggen inzake kwaliteit, duurzaamheid, smaak en innovatie om het hoofd te kunnen bieden aan de concurrentie die op ons afkomt vanuit andere hoeken van de voedingsindustrie? Of om een antwoord te bieden op het steeds stijgende succes van bio en fair trade? Er is een maatschappelijke behoefte aan een veel hogere standaard voor veilig, gezond en ecologisch verantwoord eten.
Wij kunnen met z’n allen wel blij zitten wezen met onze olympische selectie, maar als de consument voor de medailles gaat, moeten wij mee en dan zullen we toch harder moet trainen.
Wij gaan alvast voor het goud.