Bij het gebruik van een alternatieve bemonsteringsmethode door Eurofins is ‘niet iets gebeurd is dat niet volgens de regelgeving is’. Dat zegt het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in antwoord op vragen van Boerderij.
Eurofins gebruikt al enige tijd een alternatieve methode voor de bepaling van de fosfaattoestand in grondmonsters (PAL-getal), de zogenoemde Nirs-methode. Die methode wijkt af van de analyse die is voorgeschreven in de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet. Boerderij maakte daarvan eerder dit jaar melding. Volgens Boerderij was er door het gebruik van de alternatieve methode onduidelijkheid over de rechtsgeldigheid van de gebruikte monsters.
Afwijkende methode niet tegen regelgeving
Volgens de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet is het toegestaan een afwijkende methode voor de bepaling van het PAL-getal te gebruiken, ‘mits die methode tenminste dezelfde waarborgen omvat ten aanzien van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid’.
Eurofins heeft zelf een gelijkwaardigheidsonderzoek laten uitvoeren, waarin werd geconcludeerd dat de Nirs-methode aan die eis voldoet.
Dat wordt nu bevestigd door de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM). Op verzoek van het ministerie heeft CDM een aantal experts laten kijken naar de door Eurofins gebruikte methode en het gelijkwaardigheidsonderzoek dat Eurofins Agro daarnaar heeft laten doen. CDM concludeert dat de methode gelijkwaardig is aan de wettelijk voorgeschreven methode.
Wij zien niet dat er iets fout is gegaan en er wordt dus niets achteraf goedgekeurd
De methode van Eurofins werd al gebruikt voordat de gelijkwaardigheid formeel was vastgesteld. In de ogen van het ministerie is dat echter niet bezwaarlijk. “Wij zien niet dat er iets fout is gegaan en er wordt dus niets achteraf goedgekeurd”, aldus het ministerie. “LNV ziet niet dat er iets gebeurd is dat niet volgens de regelgeving is.”