De Nederlandse tuinbouw is kritisch op de eigen werkwijze.
De Nederlandse tuinbouw is kritisch op de eigen werkwijze en het daaruit volgend risico op besmettingen zoals met de Ehec-bacterie.
Bijna een derde van de stemmers op de poll (‘Tuinders kunnen zelf ook iets doen om risico’s op bacteriële besmettingen te voorkomen’) van gfactueel.nl vindt dat in de tuinbouw nog hier en daar slordig wordt gewerkt.
Natuurlijk zijn het altijd de anderen die het zo nauw niet nemen. De ondernemer die met vermelding van naam en toenaam wil zeggen dat er bij hem op het bedrijf best wel eens een bacterie door zou kunnen glippen, die is waarschijnlijk een paar maanden (of jaar) geleden al met zijn bedrijf gestopt. Maar vermoed mag worden dat tussen de 31 procent die het eens was met de stelling ‘Tuinders kunnen zelf ook iets doen om risico’s op bacteriële besmettingen te voorkomen’ ook mensen zijn die uit eigen directe ervaring weten dat er inderdaad door sommigen slordig wordt gewerkt.
Een flinke meerderheid (69 procent van de 183 stemmers) koos voor de optie ‘Oneens, schoner dan de Nederlandse tuinbouw kan bijna niet’. Een begrijpelijke reactie. De Nederlandse tuinbouw voelt de gevolgen van een besmetting waar ze part noch deel aan had. Niet bepaald het moment om de hand in eigen boezem te steken. Eerder een goede gelegenheid om de rijen te sluiten en met extra enthousiasme en trots het politiek (én commercieel) correcte standpunt in te nemen dat Nederland wereldkampioen schoon telen en ketenbrede producthygiëne is. Een standpunt dat ook feitelijk niet zo heel ver bezijden de waarheid is.
Bron: Groenten & Fruit Actueel – Auteur Ton van der Schheer