De Tweede Kamer vindt dat het kabinet niet voetstoots kan overgaan tot afschaffing van de btw-landbouwregeling.
VVD, CDA, D66, ChristenUnie, SP en SGP maken op verschillende punten kanttekeningen bij het wetsvoorstel. Er worden onder andere vraagtekens gezet bij de beoogde overgangsregeling.
Hogere administratieve lasten
De btw-landbouwregeling houdt in dat boeren en tuinders buiten de btw-verplichting vallen en geen btw-administratie hoeven bij te houden. Het kabinet vindt dat de modernisering in de landbouw op het terrein van de administratie niet wezenlijk verschilt van andere sectoren. Het bijhouden van een btw-administratie zal voor veel boeren niet of nauwelijks extra problemen hoeven op te leveren, meent staatssecretaris Eric Wiebes, die het voorstel bij de begroting heeft ingediend.
De afschaffing van de btw-regeling levert het kabinet € 22 miljoen op, waarvan € 15 miljoen wordt gebruikt om de begroting van Economische Zaken op orde te brengen. Daarnaast wordt het bedrijfsleven opgezadeld met hogere administratieve lasten.
Lastenverzwaring voor boeren
CDA vindt dat de redenen voor de invoering van de btw-landbouwregeling inmiddels zijn achterhaald, maar afschaffing betekent wel een lastenverzwaring voor een deel van de boeren. Het lijkt CDA, VVD, SGP en ChristenUnie logisch dat het kabinet in elk geval een deel van de bespaarde € 22 miljoen terug sluist naar de sector. Eventueel zou de afschaffing met een jaar kunnen worden uitgesteld, suggereren SP en ChristenUnie.
Wiebes heeft een overgangsregeling voorgesteld, waardoor boeren alsnog btw kunnen terugvragen voor aankopen die ze gedaan hebben in de periode dat ze nog gebruikmaakten van de landbouwregeling.