Foto: Joost Stallen
Het Belgisch proefcentrum voor de witlofteelt in Herent heeft zijn jaarlijks terugkerend overzicht gepubliceerd van witlofrassen die met goed resultaat hebben meegedraaid in de internationale rassenproeven op de proefcentra in Rumbeke-Beitem (Inagro), in Arras (APEF, Frankrijk) en in Herent.
De wortels zijn van vier herkomsten in België en Frankrijk. De proefinformatie is voorafgaand aan de publicatie verder aangevuld met ervaringen uit diverse bronnen.
In vergelijking met de vorige uitgave van de rassenlijst is alleen het ras Adagio (Hoquet) toegevoegd, dit is de CMS-variant van het ras Bingo.
Volgens witlofonderzoeker Jonas de Win van het proefcentrum in Herent is de wortelopkomst van Adagio iets hoger in vergelijking met Bingo. Hoquet adviseert voor beide rassen de trek in november en december. In proeven is ook gekeken naar trekken na Nieuwjaar. Het werd duidelijk dat deze verlating ten koste gaat van de pitlengte.
Demo met winterrassen
Tijdens een bijeenkomst die deze week op het proefcentrum werd gehouden, konden de bezoekers het trekresultaat in het kader van de internationale rassenproef voor drie nieuwe rassen onder nummer bekijken. De wortels lagen in een vergelijking met de rassen Platine (standaardras in België) en Hermès (standaard in Frankrijk).
Ten behoeve van de bijeenkomst was er een trekdemo met diverse winterrassen (uitsluitend wortels met herkomst Herent). Deze demo was opgezet op 17/18 januari, de oogst volgde op 7/8 februari met de rassen Baccara (Hoquet), Daufine (Vilmorin), Fakir (Hoquet), First Lady (Hoquet), Flexine (Vilmorin), Harmonie (Hoquet), Ombline (Vilmorin), Takine (Vilmorin), en Topscore (Vilmorin). Bij de start was de watertemperatuur 18 graden Celsius, dit was 16 graden in de laatste week. De luchttemperatuur ging van 17,5 graden naar 16 graden.
F-rassen het beste
De genoemde trek (17/18 januari – 7/8 februari) viel voor Fakir in de meest optimale trekperiode, First Lady zat aan het begin van de optimale periode, en voor Flexine moest het optimum nog komen. Deze drie rassen deden het onder de gegeven trekomstandigheden het best, met het hoogste aandeel Flandria.Topscore gaf de hoogste productie, maar met grovere kroppen. Met name ten aanzien van de roodverkleuring waren er aanzienlijke verschillen tussen de rassen.
Volgens onderzoeker De Win moest de trek gestart worden met relatief hoge temperaturen, om alle rassen op hetzelfde moment tot kropgroei te bewegen. Oorzaak daarvoor is het verschil in rijpheid tussen de wortels, aldus De Win, als gevolg van de weeromstandigheden waaraan de wortels tijdens de groei op het veld blootgesteld waren. “Voor een ras als Topscore zou een lagere trektemperatuur gunstiger zijn geweest”, legt De Win uit.
Beheer
WP Admin
Bewerk bericht