Doorgaan naar artikel

GlobalGap: meer fouten in uitvoering rond certificering

Uit eigen onderzoek van GlobalGap volgt dat twee derde van de certificeringsbedrijven niet goed genoeg presteren.

Dat blijkt uit het Integrityreport van voedselveiligheidscertificerings-organisatie GlobalGap. Een derde van deze bedrijven die telers controleren en certificeren, doet het werk voldoende goed. Vorig jaar was dat de helft van de certificeringsbedrijven. Volgens GlobalGap is die verslechtering het gevolg van wijzigingen in het certificaat, die nog niet allemaal goed zijn overgenomen door de certificeerders.

Problemen op teeltbedrijven

Ook op telersniveau bleek dat meer dan de helft van de bedrijven niet voldoet aan de certificeringseisen. GlobalGap doet eigen controle van bedrijven op basis van een risico-analyse. Het is dus niet mogelijk om deze conclusie te vertalen naar de alle telers. Van de onderzochte bedrijven is 4% ‘bijzonder zwak’, maar een even groot percentage scoort buitengewoon goed in deze extra controles.

GlobalGap ontving in 2016 circa 3 meldingen van het gebruik van nepcertificaten voor het voedselveiligheidssysteem. In 22 gevallen werd misbruik met het certificaat gemeld bij GlobalGap.

GlobalGap doet eigen controle van bedrijven op basis van een risico-analyse. Het is dus niet mogelijk om deze conclusie te vertalen naar de alle telers.

Residu-onderzoek in Zuid-Europa

In 2016 kwamen bovendien 134 klachten binnen over te hoge residugehaltes op producten van GlobalGap-bedrijven. Het gaat daarbij vooral om citrus en exoten, maar ook bladgewassen. In Spanje en Italië werden de meeste klachten onderzocht (respectievelijk 28 en 21). In Nederland kwamen 5 klachten voor onderzoek in aanmerking. In het rapport maakt Global bekend dat het haar residucontroles wil verstevigen.

Schouten in hoofdbestuur GlobalGap

Vorige maand werd overigens bekend dat Richard Schouten, directeur van GroentenFruit Huis, benoemd is in het hoofdbestuur van GlobalGap, als vertegenwoordiger van de teelt.

Zodra een hoekje vrijkomt, verspreidt Rob van Paassen de paardenmest over de kasgrond, want hij wil de komkommers op 1 april poten. Volgens de nieuwe GlobalGap moet dierlijke mest 60 dagen voor de eerste oogst zijn ondergewerkt. - Foto: Fred Libochant

Zodra een hoekje vrijkomt, verspreidt Rob van Paassen de paardenmest over de kasgrond, want hij wil de komkommers op 1 april poten. Volgens de nieuwe GlobalGap moet dierlijke mest 60 dagen voor de eerste oogst zijn ondergewerkt. – Foto: Fred Libochant

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin