‘Blijft het zo, dan staat witlof in drie dagen boven’

Leijten teelt vanaf 2011 biologische witlofwortelen, daarvoor zat hij jaren in de gangbare teelt. Het weekend ervoor viel 30 millimeter neerslag. Dat vocht was welkom om het bovenste laagje in de grond te bevochtigen, maar niet direct noodzakelijk.

“We zitten hierop behoorlijk opdrachtige grond; wat dieper is het nog vochtig genoeg. Ik denk dat met die neerslag vooral de koude eruit geregend is, na dagen met dagtemperaturen van 12, 13 graden en nachttemperaturen onder de 10 graden.” Op het moment dat hij dit zegt, is het behoorlijk warm, bijna broeierig. “Het is erg groeizaam, blijft het dit weer, dan staan de planten in drie dagen boven de grond.”

Biologische bemesting

De wortelteelt ligt in Ens op voorjaarsgeploegde relatief lichte grond. De aardappelruggen, op 75 centimeter onderlinge afstand, trok Leijten enkele weken geleden. Zaaien doet de loonwerker, met 2 rijtjes op een rug.

De bemesting bestaat uit 35 kuub biologische rundveemest per hectare. “Dat vullen we nog aan met kieseriet voor de magnesium en de zwavel. Misschien dat we in de loop van de teelt nog wat OPF (= biologische NPK-meststof) of verenmeel geven. Dat gaat met de kunstmeststrooier.”

Wortels met inhoud

De rassen zijn Baccara en Atlas, beide met 296.000 zaden per hectare. “Dat kwam zo uit. Rooien we er 150.000 tot 160.000 opzetbare wortels van, dan is dat netjes. In de trek hebben we geen mogelijkheid bij te sturen, dus mogen onze wortels wat forser zijn, met wat meer inhoud.”

Onkruid afbranden

In de wortelteelt is Sclerotinia de grootste bedreiging. ”En misschien ook wel de witlofmineervlieg. Dat is tot op heden gelukkig nog geen probleem geweest. We monitoren wel met plakvallen. Mocht het fout gaan, dan kunnen we ingrijpen met een middel als Tercol (Pireco), dat werkt vliegverjagend.”

De onkruidbestrijding gaat mechanisch, en met een brander. Het branden moet wel gebeuren voordat het gewas boven de grond staat. “Dat luistert nauw, dat zal morgen of overmorgen moeten gebeuren.”

Herman Leijten brandt onkruid in de witlof die hij enkele dagen eerder heeft gezaaid. – Foto: Ruud Ploeg

Trek op leidingwater

Leijten had vorig week met de trek nog drie weken te gaan. In de zomer blijven de cellen leeg, tot oktober. De draad wordt dan weer opgepakt met het ras Vintor. De trek zelf gaat met louter leidingwater. Bronwater gebruiken is geen optie, vanwege het te hoge zoutgehalte. “Voor goed grondwater is een diepe put nodig, met de huidige prijs voor leidingwater is dat niet voordelig.”

Niet verenkeld

Het trekschema – nu met Baccara – is gebaseerd op 23 dagen: per week wordt 4 dagen geoogst en 4 dagen opgezet. “We oogsten van 7 uur in de ochtend tot half 1. Daarna gaan we opzetten. Een deel van de bakken gaat in de koelcel, die rijden we op zaterdag en zondag in de trekcel, zodanig dat we in de week kunnen oogsten.”

Vanwege te royale vertakking worden de wortels momenteel niet verenkeld. Er staan 370 à 380 stuks per vierkante meter, met verenkelingsrekken zou dat 470 stuks zijn. De lofproductie zit nu op zo’n 50 kilo.

Auteur: Joost Stallen