Een Westlands tuinbouwbedrijf – Rijk Zwaan – zit tussen grote spelers in het Crops of the Future Collaborative.
Een beetje ondergesneeuwd door het nieuws dat de rem is gezet op patenten op plantenrassen, is het nieuws dat Rijk Zwaan bij de opzet van een groot internationaal consortium is betrokken. In het nieuwsbericht dat Rijk Zwaan vorige week op de eigen website heeft geplaatst, staat: “Rijk Zwaan zal haar onderzoeksactiviteiten verder kunnen uitbreiden door deelname aan het Crops of the Future Collaborative.”
Het Crops of the Future Collaborative is een publiek-privaat consortium dat gezamenlijk geld steekt in onderzoek naar “de genen die invloed hebben op eigenschappen die nodig zijn om gewassen aan te passen aan veranderende omstandigheden”.
Gewassen klimaatverandering-proof
Met andere woorden: met de nieuwste biotechnologie onze voedselgewassen klimaatveranderingbestendig maken. Het Westlandse familiebedrijf schuift daarvoor aan bij een gewichtig gezelschap. Misschien het grootste gewicht hebben de twee Duitse zaadgiganten Bayer en KWS (de in de tuinbouw wat minder bekende nummer 5 van de zaadwereld met vooral de grote akkerbouwgewassen).
Daarnaast zijn er drie op overheidsleest geschoeide stichtingen die wetenschappelijk onderzoek en een betere landbouwkundige praktijk willen bevorderen: de Amerikaanse Foundation For Agricultural Reserarch FFAR, het Mexicaanse CIMMYT en het Braziliaanse FAPESP.
Dan hebben we nog het Franse biotechnologiesamenwerkingsverband Biogemma. En ten slotte Precision PlantSciences, onderdeel van het Amerikaanse gene-editing-bedrijf Precision Biosciences dat met name actief is in de gezondheidszorg.
De enige groentespecialist
Rijk Zwaan is binnen dit consortium het enige gespecialiseerde groentezadenbedrijf. Maar Bayer is met Nunhems zaden in eigen huis en de ver gevorderde plannen Monsanto over te nemen natuurlijk een nog veel grotere naam.
Voorlopig staan vooral de grote akkerbouwgewassen bovenaan de agenda van het consortium. En het kapitaal dat door de partners in het consortium wordt ingebracht is nog tamelijk beperkt. Maar dat een Westlands tuinbouwbedrijf meedoet met de grote jongens wordt hier nog maar eens bevestigd.
Meer maar ook ánder voedsel
Vorige week kwam in Den Haag op de internationale conferentie Feeding the City Aalt Dijkhuizen nog maar eens vertellen wat we de komende decennia allemaal voor elkaar moeten boksen. “In de komende 40 jaar zullen we meer voedsel produceren dan in de afgelopen 4.000 jaar.”
Dijkhuizen benadrukte dat het bovendien zal gaan om ander voedsel. Want (veel) meer van hetzelfde zal niet aan de veranderende vraag voldoen. De grote sprong die we moeten maken is het voeden van de 3 miljard nieuwe welvaartsburgers.
Nederlandse topklasse
Aziaten, Afrikanen en Latijns-Amerikanen die voorheen nauwelijks iets te besteden hadden en al blij waren met het allereenvoudigste menu gebaseerd op mais, graan en tarwe, klimmen op de welvaartsladder. Dat levert veel meer vraag op naar enerzijds dierlijke eiwitten, maar anderzijds ook naar de verse producten van de tuinbouw.
In beide gevallen staan volgens Dijkhuizen de Nederlandse ‘topclass farmers’ voorop om de wereld te leren hoe op hetzelfde areaal veel meer geproduceerd kan worden. En Nederlandse topclass-veredelaars lopen dus ook nog steeds voorop in topclass-consortia.