De markt van tomaten is sterk aan het veranderen. De vraag naar losse tomaten neemt af, terwijl die naar de fijne sterk toeneemt. “Een ontwikkeling waar onze leden rekening mee moeten houden”, stelt telersvereniging Best of Four. “Als dat jaarrond kan, is dat extra positief. Dan hoef je je niet ieder jaar opnieuw de markt in te vechten.”
Als een van de eersten begon Cock van Overbeek in Rhoon met de teelt van cherrytomaten. Zijn veiling – ZHZ in Barendrecht – gaf destijds een vergoeding aan telers als ze met een nieuw product kwamen en hij vond het een uitdaging daar gebruik van te maken. Eerder teelde hij bijvoorbeeld al kousenband, Spaanse pepers en krulandijvie. De schampere opmerkingen op de veiling over zijn cherries waren niet van de lucht. ‘Geen afnemer wil A-tomaatjes en jij gaat ze telen?’
Maar afnemers bleken wel degelijk geïnteresseerd in kleine, stevige en smakelijke tomaatjes, en al snel groeide de vraag en teelde Van Overbeek alleen nog maar cherries. “Mijn vader verklaarde me voor gek dat ik alles op één product zette. Die was gehecht aan het Barendrechtse bedrijfstype met teelt van allerlei gewassen.”
Groei
De vraag naar hun cherrytomaten bleef groeien en dus moesten Cock en Marja van Overbeek een andere teeltlocatie zoeken. Dat werd in 2003 het Friese Beetgum, met een areaal van 13,5 hectare. In 2014 kwam daar nog 5,5 hectare bij. In 2008 kochten ze in Klazienaveen een bloemenkas van 4 hectare en ook daar telen ze onder belichting fijne tomaatjes.
Van Overbeek teelt allerlei rasjes fijne tomaten, van tros tot los, van geel tot rood en voor allerlei verpakkingen. Zo heeft hij een mix met zes kleuren (onder de naam Regenboog) en een mix met drie kleuren (Cherrymix). “Ik ben in het segment van 10 tot 25 gram steeds op zoek naar nieuwe soortjes.” Als AH-teler verkoopt hij nu zijn tomaatjes via telersvereniging Best of Four aan Bakker Barendrecht. “Dankzij Best of Four heb ik bij de nieuwbouw in 2014 door de inzet van GMO-gelden de productie jaarrond op kunnen zetten.” Van Overbeek is dik tevreden met Best of Four. “Ze hebben niet alleen een breed productpakket, maar zij laten op contactdagen ook zien hoe het er bij andere bedrijven aan toegaat, zij besteden certificeringen uit, regelen controles, enzovoort.”
Onderscheid
Best of Four vertegenwoordigt met haar leden 220 hectare tomaat. Het grootste deel is trostomaat, met ruim
100 hectare. “De laatste jaren is er een ontwikkeling naar speciale soorten, maar die stap gaat langzaam”, merkt directeur Ton van Dalen. “Teelt van een ander type tomaat vraagt een andere bedrijfsvoering, zeker ook bij de oogst. Maar het is een ontwikkeling waar onze leden absoluut rekening mee moeten houden. De vraag ernaar van de retail neemt steeds verder toe, terwijl de markt voor losse of trostomaten steeds kleiner wordt. Scandinavië en de UK nemen nog losse tomaten af, maar Duitsland al helemaal niet meer. Kleinere typen tomaat geven veel meer onderscheid in het schap. Innovaties in productverbreding en vernieuwing blijven belangrijk.”
Samenwerking
Best of Four zoekt een zo goed mogelijke afstemming met afzetpartijen en hun klanten. “Wij nemen deel in verschillende samenwerkingsverbanden. Daarin praten we over ontwikkelingen om zo de Nederlandse positie te verbeteren.”
Aanwezig
“De segmentatie en innovatie in tomaten is veel groter dan in paprika, met alleen snackers en zoetpuntpaprika. Daar ligt een grote uitdaging voor de veredelingsbedrijven”, vindt Van Dalen “Tomaten zijn dankzij belichting jaarrond beschikbaar. Dat is bijzonder positief, omdat je daarmee jaarrond bij de klant aanwezig bent. Je hoeft je niet ieder jaar opnieuw de markt in te vechten. Natuurlijk houd je concurrenten, maar je kunt de aandacht voor je product blijven behouden. Voor paprika levert jaarrond telen nog niet voldoende rendement. Best of Four probeert – mede met verwerving van GMO-gelden – jaarrond productie te hebben en dus jaarrond aan de markt te zijn. Wij zien in de markt zeker nog mogelijkheden voor een stukje uitbreiding onder belichting.”
Roma
Met zijn 3,5 hectare begint het bedrijf van Koos van der Burg in Berkel en Rodenrijs tot de kleintjes te horen. “Ik zou mee moeten in bedrijfsgrootte, want door groei kun je voldoende kader binnenhalen, je bent beter toegerust en je kunt je kostprijs verlagen. We zijn er wel mee bezig, maar economisch verantwoord uitbreiden valt hier in het westen van het land niet mee.”
Wel neemt hij sinds afgelopen jaar deel aan een energiecluster van vier bedrijven dat met aardwarmte, WKK en warmtepompen de energiekosten omlaag brengt. Begonnen als teler van bladgewassen en daarna van tomaten op substraat, kreeg Van der Burg acht jaar geleden de mogelijkheid Roma-tomaten te telen voor zijn vaste afnemer Bakker Barendrecht. Hij pakte het meteen groots aan met nieuwbouw en interne transport met watergoten. “Achteraf niet verstandig, met de financiële crisis die kort daarna uitbrak.” Maar Van der Burg heeft stand gehouden. Zijn areaal is voldoende voor de landelijke dekking van Romatomaten in de AH-supermarkten. Hij verpakt ze in 750-grams doosjes.
Strategie
Nadat zijn telersvereniging Batavia stopte, ging Van den Burg over naar Best of Four. “Hun strategie dat persoonlijke inspanningen worden beloond, spreekt mij aan. Het is jammer dat in 2015 onder andere op dit punt de fusiebesprekingen met Van Nature afbraken.” Van der Burg zou graag minder telersverenigingen zien. “We moeten toe naar minder marktpartijen. De oprichting in 2015 van FVO, Federatie VruchtgroenteOrganisaties, vind ik heel goed. We moeten een bepaalde macht hebben om sterk te staan.”
Van der Burg betreurt dat het PT er niet meer is. “Natuurlijk was het een dure en niet altijd efficiënte organisatie, maar hun lobbywerk moest je niet onderschatten. En natuurlijk hebben we nog LTO, DPA en telersverenigingen, maar een centrale organisatie is toch beter. Als je denkt dat je het in je eentje redt, ben je niet alleen arrogant, maar ook kortzichtig. In je eentje stel je niets voor.”