“Het gewas is goed opgeknapt na de warme periode; de trosstelen zijn sterker geworden en de tomaten hebben weer een mooie glans”, zegt teeltmanager Berry Baruch van Kwekerij Schenkeveld in Schipluiden.
De kwaliteit van de tomaten (10 hectare in winter belichte ras Merlice) wisselde de afgelopen periode per week. Dat had alles te maken met het weer op het moment van zetting. “Je zag een enkel knoopje, of na een regenbui wat gescheurde tomaten. De tomaten hadden soms wat minder glans door zwelscheurtjes. Dat komt doordat de zetting ervan niet spontaan is geweest. Maar nu hebben ze weer een schitterende glans.” Onder de sterk wisselende omstandigheden is het wel gelukt de grofheid hoog te houden. “Het gemiddeld vruchtgewicht is niet onder 163 gram geweest. Als je al grof uit de belichtingsperiode komt, is het eenvoudiger om dat in de zomer door te trekken, omdat de plant al in die balans zit.”
De productie ligt nog 0,5 tot 1 kilo per vierkante meter voor op vorig jaar. Daar is hij niet ontevreden mee, want over het algemeen liggen de producties juist lager. “We kwamen met een voorsprong van 2 kilo uit de belichtingsperiode, dus we hebben in de zomer ook ingeleverd. Maar dat waren goedkopere kilo’s.”
Grotere kop eruit
Vorige week is de kop uit de plant gegaan. Begin oktober gaat het gewas eruit en op 18 oktober start de nieuwe teelt. De medewerkers kregen de instructie mee om de trossen waarvan de eerste twee bloemen bloeien nog te laten zitten. “We halen er grotere koppen uit dan normaal. Dat gaat sneller en we willen in drie dagen klaar zijn met deze 10 hectare.” Er staat nog ruim voldoende gewas. Daarom wordt er nog een tussenblad weggehaald, een halve meter onder de kop, zodat de trossen eronder voldoende licht krijgen. Daarnaast worden nog drie laagjes blad boven de laagste tros weggehaald.
Tevoren was Baruch van plan om dit najaar de kas te coaten met redifuse, om het directe zonlicht weg te schermen. Vorig najaar waren de tomaten in de neusrot gelopen. “Maar ik zie het nu niet meer gebeuren. Het is al koeler en als er nog vier of vijf trossen aanhangen, kunnen we ook nog het scherm een beetje dichttrekken.”
Investeren in laatste tomaten
Op het moment teelt hij nog duidelijk met het licht mee. Overdag staat er een temperatuur ingesteld van 20 graden plus 2 graden op lichtinstraling. De voornacht staat op 14 graden, maar is kort (21 tot 23 uur). De nanachttemperatuur wordt tussen 2.00 en 3.30 uur opgebouwd naar 17 graden. Van een uur voor tot een uur na zonsopkomst is er een ochtenddip van 16 graden. In de nanacht staat er een minimum buis in van 38 graden, die overdag wordt gehandhaafd als het vochtdeficit lager is dan 2. De groeibuis van 38 graden gaat eruit als er meer dan 250 Watt instraling is, of het vochtdeficit hoger wordt dan 3.
Baruch doseert weer volop CO2. De basis is 225 kilo CO2 per uur per hectare. Een wkk staat constant te draaien, of als de stroomprijzen echt te laag worden, neemt de ketel het over. De rest komt van de andere wkk, of uit de tank vloeibare CO2. “Alles wat we hebben gaat erin. De laatste tomaten worden meestal beter betaald, dus je mag er best in investeren.”
Overdag netjes op kleur
Op mooie dagen wordt er nog steeds 3 cc water per joule licht gegeven, maar op een regenachtige dag loopt de watergift snel terug. “We starten pas na 100 joules of 9.15 uur. En tussen de eerste drie beurten zit 50 minuten, want we willen pas tussen 11.00 en 12.00 uur de eerste drain hebben om de ec stabiel te houden.” De druppel-ec wordt om 15.00 uur verhoogd van 3 naar 3,2. Dat is water dat voor de ochtend is bedoeld. “Dan wil ik voldoende voeding in de plant krijgen, zodat de kleur overdag netjes blijft bij donker weer.”
Galmijt bewerkelijk, maar onder controle
Qua gezondheid van het gewas is hij best redelijk tevreden. “De galmijtaantasting wordt niet minder, maar ook niet meer. We houden het aardig onder controle, maar het kost wel veel energie.” Om de week wordt er een rondje boven- of onderlangs gedaan. Daarbij wordt per plant gecorrigeerd met Vertimec. “Als je het op tijd signaleert, dan stopt de uitbreiding op zo’n stukje stengel. Je wilt natuurlijk zo weinig mogelijk spuiten, want de Macrolophus gaat ervan dood. Waar grotere plekken zijn gespoten zie je meer wittevlieg komen. Maar er zijn gelukkig goede nieuwe biologische middelen tegen wittevlieg, zoals ER2 en Prev Magnum.”
In acht weken tijd zijn er ongeveer 500 planten verwijderd, omdat ze tot bovenaan vol zaten met galmijten. Dat valt relatief mee. “Er zit wel enorm veel arbeid in de bestrijding. Maar daar moet je doorheen kijken, want het kost veel meer als je acht weken eerder moet gaan koppen.”
Auteur: Gerard Boonekamp