Er komt een nieuwe minister voor landbouw. Dat bevestigen bronnen binnen de formerende partijen (VVD, CDA, D66 en ChristenUnie) en uit de omgeving daarvan.
De roep om een minister van landbouw leeft al lang in de agrarische sector. Het CDA heeft in het verkiezingsprogramma vastgelegd dat er een minister van landbouw moet komen.
Hoe de benaming van het landbouwministerie wordt en of het ministerie van Economische Zaken daarvoor weer wordt opgesplitst is nog niet duidelijk. Wel dat de landbouwminister niet alleen in naam verantwoordelijk is voor de landbouwportefeuille, maar ook voor het bijbehorende budget. Wie de minister van landbouw moet worden en van welke partij de bewindspersoon moet zijn maakt nog onderdeel uit van de formatiebesprekingen. De verdeling van de portefeuilles komt meestal aan het eind van het formatieproces.
Landbouwminister wordt gemist
Van de onderhandelende partijen hebben CDA, ChristenUnie en D66 tijdens de verkiezingscampagne steun gegeven aan het idee om een minister verantwoordelijk te maken voor het voedsel- en landbouwbeleid. De VVD is daarvan geen voorstander. Daar is steeds de insteek geweest dat een eigen landbouwministerie niet per se nodig is. Prominente VVD‘ers (onder wie voormalig landbouwminister Jozias van Aartsen en landbouwwoordvoerder Janneke Snijder-Hazelhoff) hebben in de afgelopen maanden het gemis aan een landbouwminister aan de orde gesteld.
Het kabinet van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie zal naar verwachting zestien ministers hebben, drie meer dan het huidige kabinet. Onder premier Rutte is het aantal ministeries verkleind, onder meer vanuit de gedachte dat minder ministeries ook minder ambtenaren nodig hebben. Dat is in de praktijk niet gebleken. Bovendien zijn bewindslieden opgescheept met omvangrijke portefeuilles.
Landbouwbewindspersoon buiten kabinet
Het landbouwministerie is ondergeschoven bij het ministerie van Economische Zaken onder het kabinet Rutte 1 van VVD en CDA, met gedoogsteun van de PVV. Met die samenvoeging verdween de minister van landbouw. Daarvoor in de plaats kwam een staatssecretaris, die zich in het buitenland minister mocht noemen. De landbouwbewindspersoon maakt sinds Rutte 1 geen deel meer uit van het kabinet. CDA‘er Jaco Geurts heeft dat besluit in de verkiezingscampagne “de grootste fout” genoemd, die het CDA heeft gemaakt.