Een netwerk van akkerbouwers en verwerkers onderzoekt de teelt van zoete bataat. Delphy begeleidt het netwerk. “Er is nog veel onderzoek nodig.”
Teeltadviseur Cor van Oers van Delphy schept met een spitvork enkele planten zoete bataat uit het rassenproefveld, dat is aangelegd in het Zeeuwse Poortvliet. De verschillen zijn groot. Aan de ene plant hangen 3 grote rode knollen, aan de andere 5 witte knollen die dunner en langer zijn. Aan de derde plant hangen maar liefst 14 heel kleine rode knolletjes. Aangezien het proefveld deze maand wordt gerooid, is het onwaarschijnlijk dat het ras van deze laatste plant perspectief biedt voor de Nederlandse akkerbouwer.
Proefvelden op lichte zavel en op zand
Het proefveld op lichte zavel in Poortvliet is aangelegd door adviesbureau Delphy, in samenwerking met een netwerk van akkerbouwers en verwerkers. Er ligt ook een proefveld op zandgrond in Limburg. De deelnemers willen meer weten over de mogelijkheden om zoete bataat te telen in Nederland. De plant is beter bekend als zoete aardappel, maar is volstrekt geen familie van de aardappel. De groente raakt steeds geliefder bij consumenten, omdat die bekend staat als gezond. De vraag in Nederland wordt voor bijna 100% gedekt door import.
De plant is beter bekend als zoete aardappel, maar is volstrekt geen familie van de aardappel.
Zoete bataat is subtropische plant
De zoete bataat is een subtropische plant. Delphy legde 3 jaar geleden een demoveldje aan op de Biobased Innovations Garden op proefbedrijf Rusthoeve in Colijnsplaat (Zld.). Begin dit jaar richtte Delphy een netwerk op, waar zo’n dertig akkerbouwers en een paar verwerkers lid van zijn. Deelname kost € 250 per teeltbedrijf en € 500 voor andere bedrijven en levert kennis op over de mogelijkheden van dit gewas.
Nachtvorst dodelijk
Akkerbouwer Joop van Leijsen in Poortvliet op Tholen is een van de deelnemers. Hij heeft dit voorjaar 5,5 hectare geplant. De stekplanten zijn afkomstig uit Spanje. Opkweken kan in Nederland alleen in een kas, omdat de plant nachtvorst niet overleeft. Het planten van de stekken is handwerk, zegt Van Leijsen. “Dat hebben we met tientallen mensen uit de buurt gedaan. Ik wilde direct een behoorlijke oppervlakte zoete bataat. Het uitdagende van het gewas vind ik dat de afzet niet gestructureerd is, zoals bij de andere akkerbouwgewassen wel het geval is. Je moet zelf je afzet regelen.”
Proefveld met 12 rassen
Op het perceel van Van Leijsen heeft Delphy een proefveld aangelegd met 12 rassen. De aankoop van stekmateriaal had wat voeten in de aarde, zegt teeltadviseur Cor van Oers van Delphy. “Die moesten uit onder meer Spanje komen. De kwaliteit van de stekplanten was wisselend. Op het proefveld hebben we eerst ruggen getrokken en daar flinterdun biologisch afbreekbaar plastic overheen gelegd om de stekplanten een warme start te geven. De stekjes zijn om de 30 centimeter in gaten in het plastic geplant. Je hebt ongeveer 40.000 stekjes per hectare nodig. Die kosten 13 cent per stuk. Het is een hele investering om te starten, ook al omdat het planten met de hand gebeurt.”
Oogst vóór eind september
De bataat wordt vóór eind september geoogst, zegt akkerbouwer Reint van Nieuwenhuijzen uit Nieuw- en Sint Joosland op Walcheren, die ook deelneemt aan het netwerk. “Als de bodemtemperatuur onder 15 graden zakt, groeien de planten niet meer en moet je ze oogsten. Ik heb begin juni op mijn bedrijf 600 vierkante meter zoete bataat geplant.”
Kwaliteit
Delphy gaat de 12 rassen op het proefveld na de oogst beoordelen op opbrengst en kwaliteit. Van Oers: “Bij kwaliteit moet je denken aan vorm, grootte en maatsortering van de knollen. We beoordelen de knollen ook op vergroeiingen en beschadigingen. Ook gaan we inventariseren hoe de gewassen zijn gegroeid bij de telers in het netwerk. Mogelijk gaan we ook nog een smaaktest doen.”
‘Het proefveld gaan we met de hand oogsten’.
Er is nog weinig ervaring met de teelt in gematigde klimaatstreken. Van Oers: “Wat wel duidelijk is, is dat zoete bataat goed groeit op lichte grond, tot maximaal zo’n 20% afslibbaar. Verder moeten we nog veel uitzoeken. Bijvoorbeeld, wat voor soort plastic moet je gebruiken om de start te versnellen? Het plastic moet afbreekbaar zijn, zodat regen de rug kan intrekken als de planten volop aan de groei zijn. Het plastic op dit proefveld is te weinig verteerd en bedekt de ruggen begin september nog te veel. Het oogsten is ook een uitdaging. Het proefveld gaan we met de hand oogsten. Ik denk dat de rest van het perceel wel machinaal geoogst kan worden met een rooier die ook wordt gebruikt bij de vroege aardappelen.”
Uitlopers die dwars door elkaar groeien
Het verwijderen van het loof kan een probleem worden. De plant maakt uitlopers die dwars door elkaar groeien. Van Nieuwenhuijzen gaat proberen om zijn perceel te rooien met een klembandrooier. “Wellicht dat je net als bij peen de knollen aan het loof uit de rug kunt trekken.”
Ook omtrent de bewaring leven nog veel vragen. Van Oers: “De knollen zijn gevoelig voor beschadiging en breuk tijdens de oogst. Dat kan problemen opleveren in de bewaring. Verder moet je ze warm bewaren, boven 15 graden en bij een hoge luchtvochtigheid. De knollen gaan dan wel uitlopen. We weten nog niet hoe we dat het beste kunnen beperken. Bij een te koude bewaring gaan de knollen rotten.”
Gemakkelijk gewas
Een voordeel van zoete bataat is dat het een gemakkelijk gewas is. Er komen geen ziekten in voor, zegt Van Nieuwenhuijzen. “Er is niet bekend dat het bijvoorbeeld bepaalde aaltjes zou vermeerderen. Maar er zijn in Nederland geen onkruidbestrijdingsmiddelen toegelaten in zoete bataat. Onkruid moet je handmatig verwijderen. In andere landen telen ze het gewas jaar op jaar op hetzelfde perceel. Het lijkt me verstandiger om het gewas mee te laten lopen in je vruchtwisseling.”
Kortedagplant
Omdat de teelt nieuw is voor Nederland is Van Oers voorzichtig met het maken van een saldoberekening. “Ik wil geen te hoge verwachtingen scheppen. Het plantmateriaal komt uit Zuid-Europa en is duur. Je hebt 40.000 planten nodig van 13 cent per stuk, die met de hand geplant moeten worden. Je kunt het gewas het best starten onder plastic. Het is een kortedagplant, die pas knollen gaat zetten na de langste dag. Nu groeit er in 100 dagen een gewas, maar eigenlijk moet dat terug naar 90 dagen. Je kunt niet eerder dan half mei planten, omdat het gewas absoluut niet bestand is tegen vorst. In september moet je al weer oogsten omdat de grond te koud wordt. Bij te laat oogsten ontstaan ook problemen met de bewaring. Op de Rusthoeve hebben we omgerekend wel eens 30 ton per hectare gehaald van de demoveldjes. Maar op dit proefveld hier in Poortvliet zie je ook rassen waar nog maar weinig knollen onder zijn gegroeid.”
Saldo € 5.000
Uitgaande van een opbrengst van 25 ton bataat per hectare is een saldo mogelijk van € 5.000. Maar dan moet een teler wel 60 cent per kilo kunnen krijgen. Of dit lukt is de vraag, omdat er zo weinig ervaring is met het vermarkten van het gewas.
Structureren van de afzet
Van Oers wil in 2018 graag verder met het netwerk. “Er is nog veel onderzoek nodig. Rusthoeve gaat een onderzoek doen naar het zelf opkweken van stekplanten. Het netwerk wil zich meer richten op het structureren van de afzet. Zoete bataat uit Nederland heeft een veel lagere CO2-voetafdruk dan de geïmporteerde knollen. Bovendien is het een gezonde groente. Daarom neemt de consumptie toe in Nederland. Het zou mooi zijn als de akkerbouwsector die vraag kan invullen met een Nederlands product. Voor het zo ver is, moeten we nog wel heel wat uitzoeken over rassenkeuze, teelt en bewaring.”
‘Ik zie meer heil in een nichemarkt, dan in bulk’
Reint van Nieuwenhuijzen heeft een akkerbouwbedrijf op Walcheren. Hij teelt dit jaar voor het eerst 600 vierkante meter zoete bataat. De akkerbouwer doet mee aan een netwerk van adviesbureau Delphy over zoete bataat. Het bedrijf heeft als neventak een paardenpension. Van Nieuwenhuijzen zit in een maatschap met zijn partner.
Waarom heeft u zoete bataat geplant op uw bedrijf?
“Ik zag het gewas op de Biobased Innovations Garden op proefbedrijf Rusthoeve in Colijnsplaat. De groente is in trek bij consumenten, omdat het gezond is. Ik zie de knollen steeds meer in de winkel liggen. Mijn bataat staat op een vroeger weilandje, met veel humus. En ik heb lichte grond, 15 tot 20% afslibbaar. Die is erg geschikt voor de teelt van bataat.”
Hoe verloopt de teelt?
“Ik heb de bataat niet onder plastic geteeld. Je ziet dat de groei dan achterblijft. Mijn veldje gaat geen topopbrengst opleveren. Ook is de onkruiddruk hoog. Er zijn in Nederland geen herbiciden toegelaten. Ik vind dat ook niet erg. Ik wil de bataat zo biologisch mogelijk telen, dan onderscheidt het zich op de afzetmarkt. Het gewas is supergezond gebleven. Ik heb geen ziektes gezien. Ik ga volgend jaar weer zoete bataat planten, maar dan waarschijnlijk wel onder plastic.”
Wat gaat u met de knollen doen?
“Ik ben bij horecaondernemingen langsgegaan. Die hebben belangstelling voor de zoete bataat. Ik heb een oude ongebruikte koelcel. Die kan ik gemakkelijk verwarmen om de knollen te bewaren. Over het saldo kan ik nog niks zeggen. Het saldo hangt ook af van de mogelijkheden om het planten en oogsten te mechaniseren. Ik ga proberen mijn perceel te oogsten met een klembandrooier voor peen. Maar eigenlijk hoop ik juist dat de mechanisatie lastig blijft. Dat voorkomt dat het areaal te snel groeit. Dan kan de markt overspoeld raken. Zonder mechanisatie blijft de zoete bataat een nichemarkt. Ik zie voor mijn bedrijf meer heil in specialisatie voor een nichemarkt dan in schaalvergroting voor een bulkmarkt.”