LTO lobbyt voor twee dingen in de kabinetsformatie: een ministerie voor Voedsel en Landschap en een nieuwe manier om collectieve heffingen te kunnen innen voor het financieren van belangrijk onderzoek. ‘Zonder dat wordt het niks.’ Dat zei LTO-voorzitter Marc Calon tijdens de slotronde van de debatserie It’s the food my friend … in de Rode Hoed in Amsterdam, zaterdag 13 mei.
Calon etaleerde in ongezouten bewoordingen zijn visie op belangrijke ontwikkelingen in de landbouw van dit moment, en gaf ook een openhartig inkijkje in zijn eigen organisatie, waar momenteel grote veranderingen doorgevoerd worden. ‘Ik ben bij LTO gekomen omdat het een rommeltje was en ze elkaar de tent uitvochten.’
Vijf kandidaten weigeren functie voorzitter melkveehouderij
Tijdens zijn sollicitatie als voorzitter, afgelopen najaar, heeft Calon er persoonlijk op aangedrongen dat alle bestuurders aftreden, een voornemen dat al in de reorganisatieplannen van zijn voorganger Albert Jan Maat stond. ‘En elk jaar een functioneringsgesprek.’ Zijn eis betrof ook de voorzitter melkveehouderij: ‘Die heeft er lang genoeg gezeten’. Het valt overigens nog niet mee om een nieuwe kandidaat te vinden voor deze post, blijkt uit de woorden van Calon. ‘We hebben vijf jongeren benaderd, maar die hebben allemaal geweigerd.’
In een bondig overzicht van belangrijke ontwikkelingen in de landbouw gaf Calon een inkijkje in zijn wereldbeeld. De opkomst van big data en de dronificatie van de landbouw noemt hij ‘van grotere invloed dan de overgang van paard naar trekker’. Verder toont hij zich een aanhanger van de school van Rudy Rabbinge, van landbouw met een hoge input en een hoge output, met een lage milieudruk per eenheid product. Maar, zo zegt hij, de versie daarvan die ‘extremist’ Aalt Dijkhuizen voorstaat, deelt hij niet. ‘Dijkhuizen zegt: wij gaan de wereld voeden. Maar hij ziet niet dat we hier in een stad leven en dat iedereen meekijkt. Je moet dus wel rekening houden met de technische en ethische grenzen.’
Heterogeniteit en diversiteit
Zo toont Calon zich verrassend positief over die andere hoofdlijn in het sociaaldemocratische denken over landbouw, de lijn van Jan Douwe van der Ploeg: diversificatie. ‘Een dogma lijkt te zijn: monomane productie. Ik geloof daar niet in, maar zie veel meer in heterogeniteit en diversiteit.’ Hij vertelt dat hij op zijn eigen akkerbouwbedrijf bezig is een neventak op te zetten.
En passant gaf Calon partijgenoot Jeroen Dijsselbloem een veeg uit de pan inzake diens Griekenland-beleid. ‘Waardeloos. Je kunt daar niet zo veel bezuinigen dat het weer in evenwicht komt. Het is prima dat er geld van noord naar zuid stroomt, zoals nu het geval is. Zo niet, dan kun je driekwart van de export wel vergeten. Grenzen dicht, geld terug? Dan is ook de export ten einde.’
Van alle grote zaken die de landbouw bezighouden, tenslotte, heeft de klimaatverandering de grootste impact, volgens Calon. Niet alleen negatief overigens. Zo werkt de stijging van het CO2-gehalte productieverhogend. En voor hem als vergaderboer zit er ook iets positiefs aan: ‘Vroeger was de tarweoogst in september, nu al in augustus, zodat ik in september weer kan vergaderen en bestuurswerk doen.’