“De bladkwaliteit staat onder druk. Door twee weken donker weer krijg je dun blad dat met dezelfde teeltstrategie als vorig jaar nu toch eerder een bladrandje geeft”, zegt teeltmanager Berry Baruch van Kwekerij Schenkeveld in Schipluiden. Hij teelt onder andere het trostomatenras Merlice op onderstam Maxifort dat op 20 oktober is geplant.
“Je wilt bij dat donkere weer niet te laag gaan in de etmaaltemperatuur, want dan gaat de uitgroeiduur en de plantbelasting omhoog, zodat de plant daar weer zwakker van wordt. We proberen te kiezen voor de gulden middenweg, maar we zien toch het wisselende weer terug in het gewas.”
50% van de lampen uit
In week 7 heeft hij daarom op zonnige dagen met weinig wind 50% van de lampen uitgezet tussen 12 en 15 uur. “Je mist daardoor 100 joules aan licht, maar op de 900 joules van buiten plus 850 van de belichting valt dat relatief mee. Het voordeel is dat de ramen minder open hoeven. Ik wil altijd wat warmte onderin blijven geven, maar vooral op warmere dagen met weinig wind valt het niet mee de ramen gesloten te houden als je volop belicht.”
Telen op licht
Bij donker weer (tot 200 joules) realiseert Baruch een etmaaltemperatuur van 18 graden, op een zonnige dag (800-900 joules) komt de etmaaltemperatuur uit op 19,7 graden. “We telen dus erg op licht.” Op de ingestelde dagtemperatuur staat een lichtverhoging van 3 graden. Als de plant sterk genoeg staat komt er na een zonnige dag 0,5 graden bovenop de voor- en nanachttemperatuur. En als het koud is met veel uitstraling dan gaat het scherm in de voornacht al dicht en wordt de ingestelde temperatuur in voor- en nacht met 0,5 graden verhoogd, ook als de dag niet zonnig was.
Alle stengels in productie
De productie lag in de voorgaande weken rond 1,8 tot 1,9 kilo per vierkante meter. “Dat is iets meer dan in de prognoses staat en de kwaliteit is tot nu toe onwijs mooi geweest.” Hij verwacht dat na volgende week de weekproductie boven 2 kilo per vierkante meter komt, omdat dan de laatste extra stengel in productie komt. Deze en de komende twee weken zal het niet meevallen die hoge kwaliteit te handhaven. “We gaan de tomaten oogsten die rond Kerstmis zijn aangemaakt toen het erg donker was. De zetting is wat minder en minder goed geweest, waardoor de tomaten minder rond zijn en eerder wat bontheid vertonen. Maar kouschade, een geroffelde vruchthuid vermoedelijk veroorzaakt door koude wind langs de vruchten van de derde tros van boven, zie je niet.”
Continu extra kalium
Dat de kwaliteit tot nu toe zo goed was heeft volgens Baruch ook te maken met de hogere kaliumgift vanaf de start van de teelt. “We hebben constant 7 tot 8 millimol kalium in de mat aangehouden. Dat zie je terug in de kwaliteit. We hebben totaal geen bonte doorkleuring gezien. Andere jaren zag je de kwaliteit rond tros 4 of 5 wel eens onderuit gaan.” De cc van het druppelwater is 3,5 en die in de mat is al weken stabiel op 4,5. Ook de watergift ligt al weken op hetzelfde niveau van 3 tot 3,6 liter per vierkante meter. In de avond wordt een beurt van 300 cc gegeven en in de nacht, met de lampen aan, 3 beurten van 150 cc.
Schrappen is blijvertje
Het schrappen van de trosstelen is in de eerste week van februari gestopt, want de trosstelen zijn sterk genoeg. “Het was dit jaar voor het eerst dat we niet gebeugeld hebben. Schrappen kost minder tijd bij het trosbehandelen en bij de oogst, dus dat houden we erin.” Per tros wordt er nog steeds een blaadje uit de kop gehaald. “Daarnaast doen we iedere drie weken een rondje onderdoor. Dan halen we leeg geoogste stengels met gebroken koppen weg, stompjes van blad of tros en rapen we tomaten van de grond. Zo houden we alles heel netjes en krijgt Botrytis geen kans.”
Macrolophus vloeiend verspreid
Botrytis is nog niet gevonden in het gewas. Maar galmijt heeft zich wel gemeld, terwijl de start van de teelt zo schoon leek. “We hebben een keer volvelds de uitvloeier Addit gespoten en spuiten nu pleksgewijs met Vertimec. Je ziet iedere week pleksgewijs 10 planten erbij komen en er weer afgaan. Het wachten is op nieuwe effectieve middelen.” De Macrolophus-roofwantsen komen nu goed op gang. Ze zijn steeds verder van de inzetpaden (elk 10-de pad) bijgevoerd. Vorige week werd al bijna overal bijgevoerd. “De Macrolophus verspreidt zich met het voer mee. De populatie wordt zo mooi vloeiend over de tuin verspreid waardoor de kans op schade minder wordt. Merlice is daar gevoelig voor.” Witte vlieg is wel aanwezig, maar in lage aantallen. “We vinden nu gemiddeld drie witte vliegen per vangplaat”, zei Baruch halverwege vorige week.
Auteur: Gerard Boonekamp