Telers hebben meer bestrijdingsmiddelen tot hun beschikking in kleine teelten. Er zijn vorig jaar 170 kleine toepassingen bijgekomen van 29 middelen in diverse sectoren.
Dit jaar is de toelating van kleine toepassingen vereenvoudigd, schrijft landbouwminister Carola Schouten aan de Tweede Kamer.
Kleine toepassingen zijn gewasbeschermingsmiddelen die weinig worden toegepast in de land- en tuinbouw. Dat kan zijn omdat het areaal klein is waarop het mag worden gespoten, of omdat het middel een bijzondere toepassing heeft waardoor het weinig wordt gebruikt. Fabrikanten vragen voor kleine toepassingen geen toelating aan, omdat de kosten niet worden terugverdiend.
Toelating kleine toepassingen in EU gelijk trekken
Schouten streeft er naar dat de toelating van kleine toepassingen in heel de EU wordt gelijkgetrokken. “Maar mijn vergezicht is dat we toe moeten naar meer geïntegreerde gewasbescherming”, schrijft Schouten in de Kamerbrief. “Dat houdt in dat eerst wordt ingezet op preventieve maatregelen, dan op niet-chemische middelen en vervolgens op het zorgvuldig inzetten van gewasbeschermingsmiddelen. Veel agrarische ondernemers werken al op deze manier.”
Kennisnetwerk ECSC opgericht
Om het probleem van kleine toepassingen aan te pakken heeft de overheid met het bedrijfsleven en Wageningen UR het Export Centre Speciality Crops (ECSC) opgericht. Dit kennisnetwerk houdt zich alleen bezig met kleine toepassingen van gewasbeschermingsmiddelen.
Daarnaast heeft de voedselautoriteit NVWA een Loket Kleine Toepassingen dat landbouwkundige adviezen geeft. Het Fonds Kleine Toepassingen geeft geld om aanvragen voor kleine toepassingen mogelijk te maken. Het fonds keerde € 240.000 uit in 2016. Cijfers over 2017 zijn er nog niet. Het fonds wordt voor de helft gevuld door het bedrijfsleven en voor de helft door de overheid. De toelatingsautoriteit Ctgb heeft een speciaal team om aanvragen voor kleine toepassingen af te handelen.