Biologische frambozensector zoekt rassen en plantmateriaal

Het Belgische proefcentrum Pamel gaat de komende twee jaar actief op zoek naar de meest geschikte rassen voor de biologische teelt van frambozen. Ook moet de opkweek van biologisch plantmateriaal van de grond komen. Tot op heden was er in België ontheffing voor perspotplanten.

Op 1 april 2017 start het Belgische proefcentrum Pamel met het CCBT-project ‘Biologische frambozenteelt’. Binnen dat project gaat het proefcentrum op zoek naar de meest geschikte rassen voor de biologische teelt. Daarbij gaat het vooral om ziektegevoeligheid en de bemestingsbehoefte.

Ontheffing long canes

Een ander doel is de geschikt bevonden rassen onder de aandacht te brengen bij plantenkwekers, zodat zij die ook biologisch gaan opkweken. Tot op heden was er een ontheffing voor plantmateriaal en werden meestal gangbaar opgekweekte perspotplanten van herfst- en zomerframboos gebruikt. Deze ontheffing is echter van de baan; voortaan wordt alleen nog ontheffing verleend voor long canes met naakte wortels. Dergelijke planten zijn momenteel zeer beperkt beschikbaar.

Inventarisatie onder telers

De eerste stap in het project is het inventariseren van de eisen waaraan een plant voor de biologische teelt volgens telers moet voldoen. Een vraag is verder of de focus moet liggen op zomerframboos of herfstframboos en op de teelt in de kas of in de open lucht. Bij de inventarisatie wordt ook bekeken welke rassen (biologische) telers nu telen en welke het beste voldoen.

Categorie 3

In Nederland valt framboos bij Skal onder de categorie 3 (sub)gewas. Voor dergelijke gewassen geldt een algemene ontheffing omdat er geen biologisch plantmateriaal beschikbaar is.