‘We hebben veel kleinere temperatuurverschillen door de overdruk van de buitenluchtaanzuiging.’
Corné Smulders in Oirschot teelt al voor het twaalfde jaar pruimtomaten voor het ‘Red Vine’-segment bij veiling Zon. Hij heeft nu 1,7 hectare van het ras Prunus staan die als tros geoogst zullen worden en 1,2 hectare van het ras Intens (Nunhems) speciaal voor de snijderijen. De tomaten zijn geënt op Maxifort en getopt op het tweede blad. Hij heeft al op 30 november geplant, een kleine plant van 46 dagen oud. “Met een beweegbaar en een vast ac-folie werkt dat erg goed.” Het ac-folie heeft er dit seizoen 9 weken in gelegen, twee weken langer dan vorig jaar toen het in januari veel kouder was. “Met gevelventilatoren blazen we buitenlucht de kas in. Je houdt de rv dan veel langer laag.” De ventilatoren (1 per 1500 m2) verplaatsen per uur maar 2 kuub lucht per vierkante meter. “Dat lijkt niet veel, maar door de overdruk zijn de temperatuurverschillen teruggebracht tot 0,3 tot 0,4 graden.” De buitenlucht wordt niet opgewarmd, maar dat lijkt geen probleem. “De eerste 20 meter van de luchtslurf is niet geperforeerd. Op 10 centimeter vanaf de eerste perforaties is de uitgeblazen lucht al 15 graden.”
Door het inbrengen van buitenlucht lijkt het planttype anders dan hij gewend is. “Het gewas is korter en generatiever. Mijn collega’s zeiden dat het eruit ziet alsof wij geen vast scherm gehad hebben.” De vraag is wel of het inblazen van buitenlucht de gasmeter harder laat draaien. “Ik kwam de laatste weken 0,1 tot 0,2 kuub per vierkante meter hoger uit dan mijn excursiegenoten, dus dat moeten we eens kritisch bekijken.”
Bloemrui door rookgassen
In de eerste week van januari, met 80 procent bloei, zijn de planten op de steenwolmat gezet. De eerste tros is weggehaald. “Je kunt dan beter doorstoken en snelheid maken.” De overige trossen worden het hele jaar op 5 vruchten gesnoeid. Tot de negende of tiende tros worden de trosstelen geschraapt, maar de derde en vierde tros worden gebeugeld. “Toen we die vorig jaar schrapten onder het plastic kregen we Botrytis op de trossteel.”
Nu staat de zesde tros pruimtomaten tegen de bloei aan. De zetting is steeds goed geweest bij Prunus. De eerste tros bij het lichtgevoelige ras Intens zette ook nog goed, maar half januari vielen de bloemen van de tros. “Waarschijnlijk is dit ras extra gevoelig voor rookgassen uit de wkk. De etheenwaarden waren 300 ppm, op zich niet erg hoog. Maar de kas was natuurlijk wel potdicht. We doseren nu voorlopig met zuivere CO2.”
Al zeven jaar dezelfde steenwol
Smulders houdt tot 23 uur een voornacht aan van 14 graden. Daarna volgt een nanacht van 17 graden (tot 9 uur) en laat hij de kastemperatuur in drie uur oplopen naar 21 graden. In de middag staat een lichtverhoging van 2,5 graden ingesteld. De voor- en nanacht kunnen op lichtsom met een graad worden verhoogd. De minimumbuis staat overdag op 55 graden. Hij kan ’s middags 20 procent worden verlaagd op een raamstand tussen 0 en 10 procent en met 5 graden worden verhoogd bij een vochtdeficit tussen 2 en 3. Watergeven doet Smulders vooral in de ochtenduren. “We proberen iedere dag 12 tot 13 procent in te teren.” De steenwolmatten in librabakken gebruikt hij al voor het zevende seizoen. “Je krijgt dan wel een natter substraat, maar je ziet geen enkel verschil in productie.”
Scoren op lage mrl’s
Het gewas is nog kerngezond. “Ons geoefende personeel ziet altijd de eerste wittevliegen en die hebben ze nu ook gevonden.” Hij zet daarom in week 7 en 9 twee keer een halve Macrolophus per vierkante meter in. Vanaf nu komt er iedere week 1 Encarsia-sluipwesp per vierkante meter bij. “De Nederlandse tuinbouw moet scoren op lage mrl’s dus je moet maximaal biologisch bestrijden.” Het bijvoeren van de Macrolophus doet Smulders met de hand. Hij spuit met een rugspuit eerst het blad een beetje nat en strooit vervolgens de voeding erop.
Het gewaswerk bestaat voornamelijk uit indraaien en snoeien en schrapen van de trossen. In week 7 is een extra dief aangehouden die volgende week wordt vastgezet. Daarmee wordt de stengeldichtheid verhoogd van 2,5 naar 3,5 per vierkante meter. In week 10 gaat de dichtheid naar 3,8 stengels per vierkante meter. Iedere onderstam heeft dan drie koppen.
Bron: Groenten & Fruit – Auteur: Gerard Boonekamp